Probleem
De motor loopt onregelmatig
De maaier of de motor trilt
abnormaal
Ongelijkmatig maaipatroon
Afvoertunnel verstopt
De zelfaandrijving van de
maaimachine werkt niet.
Mogelijke oorzaken
1. De kabel is niet aangesloten op
de bougie.
2. De bougie is aangetast, vuil, of
de elektrodenafstand is niet
correct afgesteld.
3. De gashendel staat niet op
Fast/Snel.
4. Het luchtfilterelement is vuil en
belemmert de vrije luchtstroom.
1. Het mes is verbogen of uit
balans.
2. De bevestigingsbouten van het
maaimes zitten los.
3. De onderkant van het maaidek
is bedekt met maaisel en
rommel.
4. De bevestigingsbouten van de
motor zitten los.
1. Alle vier wielen staan niet op
dezelfde hoogte.
2. Het mes is bot.
3. U maait steeds in hetzelfde
patroon.
4. De onderkant van het maaidek
is bedekt met maaisel en
rommel.
1. De gashendel staat niet op
Fast/Snel.
2. De maaihoogte is te laag.
3. U maait te snel.
4. Het gras is nat.
5. De onderkant van het maaidek
is bedekt met maaisel en
rommel.
1. De kabel van de zelfaandrijving
is ontsteld of beschadigd.
2. Er zit rommel onder de
drijfriemkap.
30
Remedie
1. Sluit de bougiekabel aan op de
bougie.
2. Controleer de bougie en stel de
elektrodenafstand af indien dit
nodig is. Vervang de bougie als
deze aangetast, vuil of
gebarsten is.
3. Zet de gashendel op
Fast/Snel.
4. Luchtfilterelement reinigen
en/of papieren luchtfilter
vervangen.
1. Balanceer het mes.Vervang het
mes als het is verbogen.
2. Draai de bevestigingsbouten
van het maaimes vast.
3. Reinig de onderkant van het
maaidek van de machine.
4. Draai de bevestigingsbouten
van de motor vast.
1. Stel alle vier de wielen in op de
zelfde hoogte.
2. Slijp en balanceer het mes.
3. Maai in een ander patroon.
4. Reinig de onderkant van het
maaidek van de machine.
1. Zet de gashendel op
Fast/Snel.
2. Stel in op een hogere
maaistand.
3. Verminder uw snelheid.
4. Laat het gras eerst drogen
voordat u gaat maaien.
5. Reinig de onderkant van het
maaidek van de machine.
1. Stel de kabel van de
zelfaandrijving af. Vervang de
kabel indien dit nodig is.
2. Verwijder de rommel onder de
drijfriemkap.