Figuur 21
1. Bout
2. Luchtfilterdeksel
4. Verwijder het deksel en maak dit grondig schoon
(Fig. 21).
5. Verwijder het schuimelement en was dit met een mild
reinigingsmiddel en water. Droog het daarna in een
doek (Fig. 21).
6. Drenk het schuimelement in olie en knijp dit
vervolgens uit (niet wringen) om de overtollige olie te
verwijderen.
7. Het papieren luchtfilterelement verwijderen en
wegwerpen (Fig. 21).
Belangrijk
Papieren filterelement nooit schoonmaken.
8. Plaats het schuimelement op het nieuwe papieren
luchtfilter.
9. Monteer het luchtfilter.
10. Monteer het luchtfilterdeksel en zet dit vast met de
bout.
Draaiarmen smeren
Om de 25 bedrijfsuren of bij het einden van het seizoen,
moeten de draaiarmen worden gesmeerd.
1. Zet de maaihoogtehendels van de achterwielen in de
middelste afstelling.
2. De smeernippels afvegen met een schone doek
(Fig. 22).
1
2
3
4
3. Papierelement van
luchtfilter
4. Schuimelement
20
Figuur 22
1. Smeernippel
3. Plaats een vetspuit op de smeernippel en smeer deze
met Nr 2 Smeervet op lithiumbasis voor algemene
doeleinden door 2 of 3 keer voorzichtig te pompen
(Fig. 22).
Opmerking: Als de druk te hoog is, kunnen de pakkingen
worden beschadigd.
Motorolie verversen
Ververs de motorolie na de eerste acht bedrijfsuren en
vervolgens om de 50 bedrijfsuren of elk seizoen (vaker in
stoffige of vuile omstandigheden).
1. Laat de motor lopen zodat de olie warm wordt.
Opmerking: Warme olie is vloeibaarder en voert
vervuilingen beter mee.
Waarschuwing
Olie kan heet zijn als de motor heeft gelopen, en
contact met hete olie kan ernstig lichamelijke
letsel veroorzaken.
Vermijd contact met de hete olie als u deze aftapt.
2. Stop de motor en wacht tot alle bewegende delen tot
stilstand gekomen zijn.
3. Verwijder de bougiekabel van de bougie (Fig. 8).
4. Plaats een geschikte opvangbak onder de olieaftapplug
aan de zijkant.
5. Til de linkerkant van de maaimachine minstens 30 cm
omhoog en open de olieaftapplug aan de zijkant
(Fig. 23).
m-232