Als de maaimachine toch een voorwerp raakt of begint
te trillen, moet u meteen de motor stilzetten, de
bougiekabel losmaken en de maaier op beschadiging
controleren.
Zorg dat u steeds met een scherp maaimes maait,
gedurende het hele seizoen. Vijl regelmatig kerven en
inkepingen in het mes weg.
Vervang zo nodig het maaimes door een origineel
vervangend mes van Toro.
Maai uitsluitend droog gras of droge bladeren. Nat
gras en natte bladeren kunnen gaan aankoeken en
verstopping van de maaier of afslaan van de motor
veroorzaken.
Waarschuwing
Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u
uitglijden, in aanraking komen met het mes en
ermstig letsel oplopen.
Maai alleen onder droge omstandigheden.
Reinig de onderkant van de maaikast telkens nadat u
hebt gemaaid. Zie Onderkant van de maaikast reinigen
op blz. 18.
Houd de motor steeds in goede conditie.
Zet het motortoerental in de hoogste stand om de beste
maairesultaten te verkrijgen.
Waarschuwing
Als de motor van de maaimachine tijdens het
maaien sneller loopt dan de fabrieksinstelling, kan
de machine een stuk van het mes of een
motoronderdeel uitwerpen in de richting van de
gebruiker of de omstanders. Dit kan ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
Nooit het ingestelde maximumtoerental van de
motor veranderen.
Als u denkt dat het motortoerental hoger is dan
normaal, moet u contact opnemen met een
erkende Service Dealer.
Reinig regelmatig het luchtfilter. Bij fijnmaken zal
meer maaisel en stof ontstaan, waardoor het luchtfilter
verstopt raakt en de prestaties van de motor minder
worden.
Het gras maaien
Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per
jaargetijde. Hartje zomer kunt u in het algemeen het
gras het beste maaien bij een maaihoogte-afstelling
van 44 mm, 57 mm, of 70 mm. U moet telkens niet
meer dan ongeveer eenderde van de grassprieten
afmaaien. Maaien bij een afstelling van minder dan
44 mm moet worden ontraden tenzij het gazon dun is
of wanneer het einde van de herfst nadert en het gras
dan langzamer begint te groeien.
Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is, begint
u te maaien bij de maximale maaihoogte-afstelling en
een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u
maaien bij een lagere afstelling om het gazon een zo
fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het gras te lang is
en de bladeren in hoopjes achterblijven op het gazon,
kan de maaier geblokkeerd raken, waardoor de motor
afslaat.
Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt
het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het
gazon gelijkmatig wordt bemest.
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de volgende
stappen:
Slijp het mes.
Loop langzamer tijdens het maaien.
Stel de maaier op een hogere maaihoogte in.
Maai het gras vaker.
Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds een
volledig nieuwe baan te maaien.
Stel de maaihoogte bij de voorwielen één stand lager
in dan bij de achterwielen. Bijvoorbeeld: stel de
maaihoogte van de voorwielen af op 44 mm en die van
de achterwielen op 57 mm.
15