6. Bevestig de keuze met de bevestigings-
knop. De instelmogelijkheden worden
gemarkeerd.
7. Stel met de draaiknop de zomertijd in
op uit () of in (
in (
). Sla de instelling op door het
indrukken van de bevestigingsknop.
De omschakeling van zomer- naar wintertijd en andersom gebeurt niet automatisch.
Denk er dus aan om de instelling steeds aan het begin en aan het einde van de zomertijd
aan te passen.
8. Stel nu op dezelfde manier nog de da-
tum (dag, maand, jaar) en de tijd (uren,
minuten) in. Bevestig de instelling
steeds met de bevestigingsknop.
7.5 Kalibreren
LET OP
Wij adviseren dat het apparaat jaarlijks wordt gekalibreerd, zodat een probleemloze
regeling wordt gegarandeerd. De mogelijkheden voor kalibratie zijn afhankelijk van de
betreffende apparaatuitvoering.
7.5.1 Temperatuurkalibratie
De apparaten zijn af fabriek op temperatuur gekalibreerd en ingesteld. Mocht er een
herkalibratie noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld vanwege beïnvloeding door het beladings-
materiaal, kan het apparaat via drie zelfgekozen kalibratietemperaturen door de klant
worden gekalibreerd:
►
Cal1
Temperatuurkalibratie bij lage temperatuur
►
Cal2
Temperatuurkalibratie bij gemiddelde temperatuur
►
Cal3
Temperatuurkalibratie bij hoge temperatuur
Voor de temperatuurkalibratie is een gekalibreerd referentiemeetapparaat noodzakelijk.
D39699 | Stand 01/2020
) – in dit geval op
Menumodus
Date
12 . 05 . 2012
Time
12 : 00
Time zone
GMT 00:00
Daylight savings
Date
12 . 05 . 2012
Time
12 : 00
Time zone
GMT 00:00
Daylight savings
Date
27
.
05
.
2012
Time
12 : 00
Time zone
GMT 00:00
Daylight savings
57