Indien het apparaat wordt doorverkocht of verplaatst, moet deze handleiding worden meegeleverd of meegenomen. De actuele versie van deze gebruikershandleiding kunt u in pdf-formaat vinden op: www. memmert.com/de/service/downloads/bedienungsanleitung/. D33368 | Stand 01/2020...
Inhoud Inhoud Voor uw veiligheid Gebruikte begrippen en symbolen ..................6 Productveiligheid en gevaren ....................7 Eisen aan het bedieningspersoneel ..................8 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ................8 Wijzigingen en verbouwingen .................... 8 Werkwijze bij storingen en onregelmatigheden ..............9 Het apparaat uitschakelen bij noodgevallen ...............
Pagina 5
Inhoud Storingen, waarschuwings- en foutmeldingen Waarschuwingsmeldingen van de temperatuurbewaking ..........33 Storingen, Bedieningsproblemen en apparaatfouten ............. 34 Stroomuitval ........................35 Menumodus Overzicht ..........................36 Basisbediening in menumodus met Taalinstelling als voorbeeld........37 Instellen (Setup) ......................... 38 Datum en tijd ........................42 Kalibreren...........................
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid 1.1 Gebruikte begrippen en symbolen In deze handleiding en op het apparaat worden bepaalde, steeds terugkerende begrippen en symbolen gebruikt om te waarschuwen voor gevaren, of om instructies te geven die van be- lang zijn voor het voorkomen van letstel en schade. Let altijd op deze instructies en voorschrif- ten en geef er gevolg aan, zodat ongevallen en schade wordt voorkomen.
Voor uw veiligheid 1.2 Productveiligheid en gevaren De apparaten zijn technisch uitontwikkeld. Ze worden met hoogwaardige materialen gefabri- ceerd en worden gedurende vele uren in de fabriek getest. Ze voldoen aan de laatste stand van de techniek en aan algemeen geaccepteerde veiligheidstechnische regels. Desondanks kunnen ze ook bij een toepassing conform het beoogde doel gevaar opleveren.
Voor uw veiligheid 1.3 Eisen aan het bedieningspersoneel Het apparaat mag alleen worden bediend en onderhouden door personen die de wettelijk bepaalde minimumleeftijd hebben en die hiervoor een instructie hebben ontvangen. Personeel in opleiding mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon met het apparaat werken. Reparaties mogen uitsluitend door elektriciens worden uitgevoerd.
Voor uw veiligheid 1.6 Werkwijze bij storingen en onregelmatigheden Het apparaat mag uitsluitend in onberispelijke toestand in bedrijf zijn. Als het bedieningsper- soneel onregelmatigheden, storingen of schade vaststelt, moet het apparaat onmiddellijk uit bedrijf worden genomen, en moet de leidinggevende worden geïnformeerd. Informatie over storingsoplossing is te vinden vanaf bladzijde 33.
Constructie en omschrijving 2.2 Toepassing conform het beoogde doel Op basis van de hieronder genoemde normen en richtlijnen krijgen de in deze hand- leiding beschreven producten een CE-markering van de firma Memmert: Product Toepassing conform het beoogde doel Richtlijn ►...
(luchtverversing) (5) geregeld. 2.4 Materiaal Voor de buitenbehuizing gebruikt MEMMERT roestvrij staal (materiaalnr. 1.4016 – ASTM 430), voor de binnenzijde wordt roestvrij staal (materiaalnr. 1.4301 – ASTM 304) gebruikt. Dit materiaal onderscheidt zich door een hoge stabiliteit, optimale hygiënische eigenschappen en corrosiebestendigheid tegen vele (niet tegen alle!) chemische verbindingen (voorzichtigheid is bijv.
Constructie en omschrijving 2.6 Aansluitingen en interfaces 2.6.1 Elektrische aansluiting Het apparaat is ontworpen voor de bedrijfsvoering op een elektriciteitsnet met een systeemim- pedantie Z op het overdrachtspunt (huisaansluiting) van maximaal 0,292 Ohm. De exploi- tant moet zich ervan overtuigen, dat het apparaat uitsluitend op een elektriciteitsnet wordt aangesloten dat aan deze eisen voldoet.
Constructie en omschrijving 2.9 Conformiteitsverklaring De EU-Conformiteitsverklaring voor het apparaat is online te vinden op: Engels: http://www.memmert.com/en/service/downloads/ce-statement/ Duits: http://www.memmert.com/de/service/downloads/eg-konformitaetserklaerung/ 2.10 Omgevingscondities ► Het apparaat mag uitsluitend in gesloten ruimten en bij de volgende omgevingscondities worden geëxploiteerd: Omgevingstemperatuur +5 ºC t/m +40 ºC Luchtvochtigheid RV max.
Levering, transport en opstelling Levering, transport en opstelling 3.1 Veiligheidsvoorschriften Waarschuwing! Het apparaat is te zwaar om in uw eentje op te tillen, u kunt er gewond door raken. Voor het dragen van apparaten met afmeting 30 en 55 zijn ten minste twee personen nodig, bij apparaten met afmeting 75, 110, 160 en 260 zijn ten minste vier personen nodig.
Levering, transport en opstelling 3.2 Levering Het apparaat is verpakt in karton en wordt op een pallet geleverd. 3.3 Transport Het apparaat kan op drie manieren worden getransporteerd: ► met een vorkheftruck; hiervoor moeten de lepels van de vorkheftruck volledig onder het pallet worden gebracht.
(zie bladzijde 21). Als dit vanwege de situatie in de ruimte niet mogelijk is, mag het appa- raat niet in bedrijf worden genomen, en mag de deur niet worden geopend. Neem contact op met de service-afdeling van Memmert (zie bladzijde 2). 3.6.1 Voorwaarden De opstelplaats moet vlak en horizontaal zijn, en in staat zijn om het gewicht van het appa- raat (zie hoofdstuk „Technische gegevens“...
Pagina 20
Levering, transport en opstelling 3.6.2 Opstellingsmogelijkheden Opstelling Opmerkingen Toegestaan voor apparaatafmeting Vloer Tafel Controleer eerst het draagvermogen gestapeld maximaal twee apparaten op elkaar; ...
Levering, transport en opstelling 3.6.3 Kantelbeveiliging Bevestig het apparaat met de kantelbeveiliging aan een wand. De kantelbeveiliging wordt meegeleverd. 1. Schroef de kantelbeveili- ging aan de achterzijde vast, zoals is afgebeeld. 2. Buig de kantelbeveiliging op de gewenste wandaf- stand met een hoek van 90°...
Pagina 22
Levering, transport en opstelling 3.6.4 Deuren instellen De deuren van de units kunnen worden versteld als ze bijvoorbeeld vervormd zijn door oneffenheden in de vloer. Elke deur is voor dit doel zowel boven als onder voorzien van twee stelschroeven (afb. 10). Corrigeer eerst de bovenste instelling.
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Let op: Bij de eerste inbedrijfstelling mag het apparaat tot aan het bereiken van de stationaire toestand niet zonder toezicht blijven. 4.1 Het apparaat aansluiten WAARSCHUWING Door condensatie in de elektronica van het apparaat kan er korts- luiting ontstaan. Laat het apparaat na transport of bij opslag onder vochtige omstandigheden ten minste 24 uur in onverpakte toestand rusten bij normale omgevingsomstandigheden.
Inbedrijfstelling 4.2 Inschakelen Schakel het apparaat in; hiervoor moet de hoofdschakelaar op de voorzijde van het apparaat worden ingedrukt (afb. 13). De startprocedure wordt met drie bewegende witte pun- weergegeven. Als deze punten in een andere kleur worden weergegeven, is er een storing opgetreden (zie bladzijde 34).
Bedrijfsvoering en bediening Bedrijfsvoering en bediening 5.1 Bedieningspersoneel Het apparaat mag alleen worden bediend door personen die de wettelijk bepaalde minimum- leeftijd hebben en die hiervoor een instructie hebben ontvangen. Personeel in opleiding mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon met het apparaat werken. 5.2 De deur openen ►...
Bedrijfsvoering en bediening 5.3 Het apparaat beladen Waarschuwing! Als het apparaat met ongeschikte materialen wordt beladen, kunnen er giftige of explosieve dampen of gassen ontstaan. Hierdoor kan het apparaat exploderen waardoor er zwaar letsel of vergiftiging bij personen kan ontstaan. Het apparaat mag alleen met materia- len worden beladen die tijdens verhitting geen giftige of explosieve dampen vormen (zie ook bladzijde 11).
Pagina 27
Bedrijfsvoering en bediening TEMP .4 °C Set 180 .4 °C TIMER FLAP TIMER FLAP End 14 :45 13:30 23.11. afb. 16 ControlCOCKPIT van de apparaten UF in bedrijfsmodus TEMP .0 °C Set 180 .9 °C TIMER TIMER FLAP FLAP End 14: 45 13:30 23.11.
Bedrijfsvoering en bediening 5.4.2 Basisbediening In het algemeen worden alle instellingen volgens het onderstaande schema uitgevoerd: 1. Activeer de gewenste parameters (bijv. TEMP TEMP de temperatuur). Druk hiertoe op de .4 °C activeringstoets links of rechts naast de °C .5°C overeenkomstige weergave.
Pagina 29
Bedrijfsvoering en bediening 5.4.4 Handbedrijf Het apparaat functioneert in deze bedrijfsstand continu met de op de ControlCOCKPIT inge- stelde waarden. Instelmogelijkheden Zoals in hoofdstuk 5.4.2 is beschreven, kunnen door het indrukken van de bijbehorende acti- veringstoets de volgende parameters worden ingesteld (in willekeurige volgorde): Temperatuur TEMP Instelbereik: afhankelijk van het apparaat (zie typeplaatje en tech-...
Bedrijfsvoering en bediening 3. Druk op de bevestigingsknop. In het display wordt nu de resterende tijd in TIMER grote karakters weergegeven, met daaronder de berekende verwachte eindtijd in kleine karakters. 13:30 23.11. 4. Stel nu de individuele waarden in voor de temperatuur, de luchtklepstand, enz. die het ap- paraat gedurende de looptijd moet aanhouden, zoals is beschreven in hoofdstuk 5.4.2.
Bedrijfsvoering en bediening 5.5.1 Elektronische temperatuurbewaking De bewakingstemperatuur van de elektronische temperatuurbewaking wordt met de Pt100- temperatuursensor in de binnenruimte gemeten. Het soort temperatuurbewaking (TWW/TWB) en de bewakingstemperatuur worden in de menumodus op het display Setup ingesteld (zie bladzijde 40). De ingevoerd instelling functioneert in elke bedrijfsstand. Als de handmatig ingestelde bewakingstemperatuur wordt overschreden, neemt de tempe- ratuurbewaking de temperatuurregeling over en begint de bewakingstemperatuur te regelen (TWW, afb.
Bedrijfsvoering en bediening 5.5.2 Mechanische temperatuurbewaking: Temperatuurbegrenzer (TB) Het apparaat is uitgerust met een mechanische temperatuurbegrenzer (TB), beschermingsklas- se 1 conform DIN 12 880. Als de elektronische bewakingseenheid tijdens bedrijf uitvalt en de af fabriek vast ingestelde maximumtemperatuur met ca. 20 °C wordt overschreden, wordt de verwarming definitief uitgeschakeld door de temperatuurbegrenzer.
Probeer niet om apparaatfouten eigenmachtig te verhelpen, maar schakel de klantenser- vice-afdeling van de fa. Memmert (zie bladzijde 2) of een geautoriseerd klantenservice-filiaal Geef bij vragen altijd het model en het apparaatnummer op het typeplaatje aan (zie bladzijde 13).
Storingen, waarschuwings- en foutmeldingen 6.2 Storingen, Bedieningsproblemen en apparaatfouten Foutomschrijving Foutoorzaak Foutherstel Weergaven zijn donker Externe stroomvoorziening Stroomvoorziening Bladzijde onderbroken controleren Miniatuurzekering, appa- Klantenservice inscha- Bladzij- raatbeveiliging of voedings- kelen de 2 deel defect Enkele of alle weer- Het apparaat is met een di- Timerlooptijd afwach- gaven kunnen niet gitale timer met weergave...
Storingen, waarschuwings- en foutmeldingen 6.3 Stroomuitval Waarschuwing! De oppervlakken van de binnenruimte en van het beladingsmateriaal kunnen, afhankelijk van de bedrijfssoort, ook na een stroomuitval nog zeer heet zijn. Bovendien kan het apparaat na herstellen van de stroomvoorziening afhankelijk van de onderbrekingsduur weer op- warmen (zie hieronder).
Menumodus Menumodus In de menumodus kunnen basisinstellingen van het apparaat worden uitgevoerd en hier kan het apparaat ook gekalibreerd worden. Let op: Lees de beschrijving van elke functie op de volgende bladzijden vóór het wijzigen van menu-instellingen, om te voorkomen dat het apparaat en/of beladingsmateriaal wordt beschadigd.
Menumodus 7.2 Basisbediening in menumodus met Taalinstelling als voorbeeld In het algemeen worden de instellingen in de menumodus uitgevoerd zoals in de bedrijfs- modus: activeer een weergave, geef een instelling met de draaiknop en sla deze op met de be- vestigingsknop.
Menumodus Op dezelfde manier kunnen alle andere instellingen worden uitgevoerd. De instellingsmoge- lijkheden worden hieronder omschreven. Als er binnen 30 seconden geen nieuwe waarden worden ingevoerd en bevestigd, schakelt het apparaat automatisch terug naar de waarden die tot dan toe actueel waren. 7.3 Instellen (Setup) SETUP In de weergave...
Pagina 39
Menumodus SETUP 1. Activeer de weergave . Het on- Setup SETUP derdeel IP address wordt automatisch IP address 192. 168. 1 0 0 . 100 Balance gemarkeerd. Subnet mask 255. 255. 0 . 0 IP Adresse 192. 168. 1 0 0 . 100 Unit °C Einheit...
Pagina 40
Menumodus 7.3.3 Temperatuurbewaking ( Alarm Temp en Max Alarm) Hiermee kan worden ingesteld welke bewakingsfunctie (TWW of TWB, beschrijving vanaf bladzijde 30) moet worden geactiveerd ( Alarm Temp ) en bij welke temperatuur de auto- matische temperatuurbewaking ingeschakeld moet zijn ( Max Alarm Deze keuze is alleen verkrijgbaar bij apparaten die zijn voorzien van een tweede tempera- tuursensor (optie A6).
Menumodus 7. Stel door aan de draaiknop te draaien, de SETUP gewenste nieuwe bedrijfstemperatuur in. Max Alarm In dit voorbeeld 160 °. °C 8. Sla de instelling op door het indrukken SETUP van de bevestigingsknop. De elektro- nische temperatuurbewaking wordt Max Alarm 160 °C voortaan ingeschakeld als de werkelijke...
Menumodus 7.3.6 Afstandsbediening Balance +30 % In het Setup-onderdeel afstandsbediening kan worden ingesteld of het apparaat met een afstandsbediening moet worden bediend, en zo ja in welke modus. De instelmogelijkheden zijn: Remote Control Gateway 192.168.5 .1 ► ► Read only (alleen lezen) ►...
Pagina 43
Menumodus 2. Draai aan de draaiknop totdat het startsymbool Time zone is gemarkeerd Date 12 . 05 . 2012 Time 12 : 00 Time zone 01:00 Daylight savings 3. Bevestig de keuze met de bevestigings- knop. Date 12 . 05 . 2012 Time 12 : 00 Time zone...
Menumodus 7.5 Kalibreren De apparaten zijn af fabriek op temperatuur gekalibreerd en ingesteld. Mocht er een herkali- bratie noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld vanwege beïnvloeding door het beladingsmateriaal, kan het apparaat via drie zelfgekozen kalibratietemperaturen door de klant worden gekalibreerd: ► Cal1 Temperatuurkalibratie bij lage temperatuur ►...
Pagina 45
Menumodus 3. Stel de kalibratietemperatuur Cal2 met de draaiknop in op 120 °C. Temperature 40.0 Cal1 120.0 Cal2 180.0 Cal3 4. Sla de instelling op door het indrukken van de bevestigingsknop. De bijbeho- Temperature 40.0 Cal1 rende kalibratiecorrectiewaarde wordt 120.0 Cal2 automatisch gemarkeerd.
Onderhoud en reparatie Onderhoud en reparatie Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schokken. Trek de voedingsstekker eruit vóór het uitvoeren van reinigings- en reparatiewerk- zaamheden. Waarschuwing! Bij apparaten vanaf een bepaalde afmeting kunt u per ongeluk in het apparaat worden opgesloten en daardoor in een levensgevaarlijke situatie terechtkomen.
Onderhoud en reparatie 8.3 Reparatie en service Waarschuwing! Na het verwijderen van afdekkingen kunnen er spannings- voerende delen toegankelijk zijn. Deze kunnen bij aanraking elektrische schokken veroorzaken. De voedingsstekker moet worden uitgetrokken voordat afdekkingen worden verwij- derd. Reparaties aan de binnenzijde van het apparaat mogen uitsluitend door elektriciens worden uitgevoerd.
Opslag en verwijdering Opslag en verwijdering 9.1 Opslag Het apparaat mag uitsluitend onder de volgende voorwaarden worden opgeslagen: ► droog in een gesloten, stofvrije ruimte ► vorstvrij ► niet aangesloten op een elektriciteitsvoorziening 9.2 Verwijdering Dit product valt onder de Richtlijn 2012/19/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte elektrische en elektroni- sche apparatuur (AEEA) .