7 Configuratie
Instelling
[2‑32]
Gedwongen, permanenten, stroomverbruikbegrenzing (geen
externe besturingsadapter vereist voor stroomverbruikbegrenzing).
Deze instelling activeert en bepaalt het niveau van de
stroomverbruikbegrenzing die permanent wordt toegepast als het
systeem altijd met stroomverbruikbegrenzing moet draaien. Zie de
tabel voor de niveaus.
[2‑38]
Type van de binnenunits
Wanneer deze instelling werd gewijzigd, moet het systeem worden
uitgeschakeld, en na 20 seconden weer ingeschakeld. Anders
wordt de instelling niet verwerkt en kunnen er storingscodes
worden gegenereerd.
[2‑41]
Instelling koelcomfort.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑8].
[2‑42]
Instelling verwarmcomfort.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑9].
7.2.9
PC-configurator aansluiten op de
buitenunit
V1
a
b
c (X41A)
A1P
2
a
Pc
b
Kabel (EKPCCAB)
c (X41A)
Verlengkabel aangesloten op X41A
X41A
Connector
A1P
Hoofdprintplaat buitenunit
7.3
Energie besparen en optimale
werking
Dit warmtepompsysteem is voorzien van een geavanceerde
energiespaarfunctie. U kunt voorrang geven aan een laag
energieverbruik of aan het comfortniveau. Verschillende parameters
kunnen worden ingesteld, met als resultaat de optimale balans
tussen energieverbruik en comfort voor een specifieke toepassing.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
34
(= binair)
Y1
a
b
X41A
A1P
3
4
5
Waarde
(standaard)
VRV DX-binnenunits geïnstalleerd
(standaard)
RA DX-binnenunits geïnstalleerd
(standaard)
(standaard)
Zie hierna voor een beschrijving van de mogelijke patronen. Wijzig
de parameters volgens de behoeften van uw gebouw en voor de
optimale balans tussen energieverbruik en comfort.
Ongeacht de geselecteerde regeling, blijven variaties op het gedrag
van het systeem mogelijk door beschermingsregelingen om de unit
stabiel te laten draaien. De streefwaarde ligt echter vast en wordt
gebruikt om een optimaal evenwicht tussen energieverbruik en
comfort te bereiken, afhankelijk van het type van de toepassing.
7.3.1
Mogelijke hoofdgebruiksmethoden
Basis
De koelmiddeltemperatuur wordt vastgelegd onafhankelijk van de
situatie. Dit komt overeen met de bekende standaardwerking van
vorige VRV-systemen.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
Automatisch
De koelmiddeltemperatuur wordt ingesteld afhankelijk van de
buitentemperatuur. De koelmiddeltemperatuur wordt zo aangepast
aan de vereiste belasting (die ook overeenstemt met de
buitentemperatuur).
Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de koelstand staat, dan moet
bij een lage buitentemperatuur (bijv. 25°C) minder worden gekoeld
dan bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 35°C). Op basis hiervan
begint het systeem automatisch de koelmiddeltemperatuur te
verhogen, de geleverde capaciteit te verlagen en de efficiëntie van
het systeem te verhogen.
Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de verwarmstand staat, dan
moet bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 15°C) minder worden
verwarmd dan bij een lage buitentemperatuur (bijv. –5°C). Volgens
dit
systeem
begint
het
koelmiddeltemperatuur te verlagen, de geleverde capaciteit te
verlagen en de efficiëntie van het systeem te verhogen.
Beschrijving
Functie niet actief.
Volgens instelling [2‑30].
Volgens instelling [2‑31].
Eco
Gematigd
Snel
Krachtig
Eco
Gematigd
Snel
Krachtig
Verander...
[2‑8]=2
[2‑9]=2
systeem
automatisch
RXYSQ4~6T7V1B+Y1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P404676-1A – 2016.03
de