OPMERKING
Voor
R410A-koelmiddel
voorzorgsmaatregelen worden genomen om het systeem
schoon, droog en afgedicht te houden.
▪ Schoon en droog: voorkom dat vreemd materiaal (zoals
minerale olie of vocht) in het systeem terechtkomt.
▪ Afgedicht: R410A bevat geen chloor en is niet
schadelijk voor de ozonlaag die de aarde tegen
schadelijke ultraviolette straling beschermt. Wanneer
R410A vrijkomt, kan dit wel in kleine mate bijdragen
aan het broeikaseffect. Om deze reden verdient de
afdichting van de installatie bijzondere aandacht.
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten
geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur
gedeoxideerde,
naadloze
koelmiddel.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m
bedragen.
5.3.2
Materiaal koelmiddelleidingen
▪ Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos
koper.
▪ Temperingsgraad en dikte van de leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad
(Ø)
6,4 mm (1/4")
Gegloeid (O)
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
15,9 mm (5/8")
Gegloeid (O)
19,1 mm (3/4")
Halfhard (1/2H)
(a)
In functie van de toepasselijke wetgeving en de maximale
werkdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje
van de unit) kunnen dikkere leidingen nodig zijn.
▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
5.3.3
Leidingmaat selecteren
Bepaal de geschikte maat aan de hand van de volgende tabellen en
de afbeelding (alleen als referentie).
INFORMATIE
▪ VRV DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met RA DX-binnenunits.
▪ RA DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met AHU-binnenunits.
▪ RA DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met luchtgordijnbinnenunits.
INFORMATIE
Als RA DX-binnenunits worden geïnstalleerd, moet lokale
instelling [2‑38] (= type geïnstalleerde binnenunits) worden
geconfigureerd. Zie
"7.2.8 Stand 2: Lokale instellingen" op
pagina 32.
RXYSQ4~6T7V1B+Y1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P404676-1A – 2016.03
moeten
strikte
koperen
leidingen
voor
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,80 mm
t
≥0,99 mm
≥0,80 mm
VRV DX
1
A
2
B-1
B-2
2
2
C-1
C-2
C-3
C-4
3-1
3-2
3-3
3-4
1
Buitenunit
2
Koelmiddelaftaksets
3-1~3-4
VRV DX-binnenunits
4
BP-units
5
RA DX-binnenunits
A
Leiding tussen buitenunit en (eerste) koelmiddelaftakset
B-1 B-2
Leiding tussen koelmiddelaftaksets
C-1~C-4
Leidingen tussen koelmiddelaftakset en binnenunit
D
Leiding tussen koelmiddelaftakset en BP-unit
E
Leiding tussen BP-unit en RA DX-binnenunit
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijgbaar
zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken; houd
hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde diameter
ligt.
▪ Gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten (lokaal te
voorzien).
▪ Wijzig de berekening voor extra koelmiddel zoals beschreven in
"6.7.3 Bepalen hoeveel koelmiddel bijgevuld moet worden" op
pagina 24.
A: Leiding tussen buitenunit en (eerste)
koelmiddelaftakset
Wanneer de equivalente leidinglengte tussen de buiten- en
binnenunits 90 m of meer bedraagt, moet u een dikkere
hoofdgasleiding
gebruiken.
leidingdiameter wanneer de aanbevolen gasleidingmaat niet
beschikbaar is (dit kan evenwel een kleine capaciteitsafname tot
gevolg hebben).
b
c
a
d
a
Buitenunit
b
Hoofdgasleiding
c
Vergroten
d
Eerste koelmiddelaftakkit
e
Binnenunit
Type capaciteit
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
buitenunit (HP)
Gasleiding
Standaar
d
4+5
15,9
6
19,1
B: Leiding tussen koelmiddelaftaksets
Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit
van de stroomafwaarts aangesloten binnenunits. De diameter van
de
aansluitleiding
mag
niet
koelmiddelleiding die is bepaald door de algemene modelnaam van
het systeem.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
5 Voorbereiding
RA DX
1
A
2
D
D
4
4
E
E
E
E
5
5
5
5
Gebruik
de
oorspronkelijke
e
Vloeistofleiding
Vergroot
19,1
9,5
22,1
groter
zijn
dan
die
van
13
de