7 Configuratie
Waarde / Beschrijving
H7P
Geeft de status van de werking met
stroomverbruikbegrenzing aan.
UIT
Unit werkt momenteel niet met
stroomverbruikbegrenzing.
AAN
Unit werkt momenteel met
stroomverbruikbegrenzing.
De werking met stroomverbruikbegrenzing verlaagt het
stroomverbruik van de unit in vergelijking met de nominale
bedrijfsomstandigheden.
De werking met stroomverbruikbegrenzing kan worden
ingesteld in stand 2. De werking met
stroomverbruikbegrenzing van het buitenunitsysteem kan
op twee manieren worden ingesteld.
▪ Bij de eerste manier wordt het stroomverbruik begrensd
door middel van een lokale instelling. De unit werkt dan
altijd
met
de
geselecteerde
stroomverbruik.
▪ Bij de tweede manier wordt het stroomverbruik begrensd
op basis van een externe input. Hiervoor is een optioneel
accessoire vereist.
7-segmentendisplay – Stand 1 (H1P knippert)
U kunt de volgende informatie uitlezen:
7.2.8
Stand 2: Lokale instellingen
In stand 2 kunt u lokale instellingen uitvoeren om het systeem te configureren. De led's geven de instelling en de waarde in binaire vorm weer.
Zie
"7.3 Energie besparen en optimale werking" op pagina 34
[2‑41] en [2‑42].
Instelling
[2‑8]
T
-streeftemperatuur tijdens koelen.
e
[2‑9]
T
-streeftemperatuur tijdens verwarmen.
c
[2‑12]
Geluidsarme werking en/of stroomverbruikbegrenzing inschakelen
via externe besturingsadapter (DTA104A61/62).
Verander deze instelling wanneer het systeem in de geluidsarme
stand of met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een
extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Deze instelling werkt
alleen wanneer de optionele externe besturingsadapter
(DTA104A61/62) in de binnenunit is geïnstalleerd.
[2‑18]
Instelling hoge statische druk ventilator.
Activeer deze instelling om de door de ventilator van de buitenunit
geleverde statische druk te verhogen. Raadpleeg de technische
gegevens voor meer informatie over deze instelling.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
32
begrenzing
van
het
voor meer informatie en advies over de impact van de instellingen [2‑8], [2‑9],
(= binair)
Instelling
(
)
[1‑5]
Geeft het totaal aantal
aangesloten binnenunits aan.
[1‑14]
Geeft de recentste storingscode
aan.
[1‑15]
Geeft de op 1 na laatste
storingscode aan.
[1‑16]
Geeft de op 2 na laatste
storingscode aan.
Waarde
(standaard)
(standaard)
(standaard)
(standaard)
Waarde / Beschrijving
Hiermee kunt u controleren of het
totaal aantal geïnstalleerde
binnenunits overeenstemt met
het totaal aantal door het
systeem herkende binnenunits.
Als dit niet het geval is,
controleer dan de
communicatiebedrading tussen
de buiten- en binnenunits (F1/F2-
communicatieleiding).
Wanneer de recentste
storingscodes per ongeluk op de
gebruikersinterface van een
binnenunit werden gereset, kunt
u ze via deze controle-
instellingen nog controleren.
Zie
"11.3 Problemen op basis
van storingscodes oplossen" op
pagina 40
voor informatie over
de inhoud of de reden van de
meeste relevante storingscodes.
Meer gedetailleerde informatie
over storingscodes vindt u in de
servicehandleiding van deze unit.
Voor meer gedetailleerde
informatie over de storingscode,
druk tot 3 keer op BS2.
Beschrijving
6°C
Auto
8°C
9°C
10°C
11°C
Auto
46°C
43°C
Gedeactiveerd.
Geactiveerd.
Gedeactiveerd.
Geactiveerd.
RXYSQ4~6T7V1B+Y1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P404676-1A – 2016.03