3.
Plaats de enveloppen in lade 1 en pas de papiergeleiders aan de maat van de
enveloppen aan.
■
Enveloppen type Nr. 10 Commercial, C5 en B5 moeten met de klep omhoog worden
geplaatst, waarbij de bovenkant van de enveloppen naar links is gericht.
■
Plaats niet meer dan 10 enveloppen.
■
Enveloppen type Monarch, A7, DL en C6 moeten met de klep omhoog in
de lade worden geplaatst, waarbij de onderkant van de enveloppen als eerste
wordt ingevoerd.
4.
Selecteer op het bedieningspaneel het type en het formaat envelop:
a.
Selecteer
Instellingen wijzigen
b.
Envelop
Selecteer
c.
Selecteer het formaat van de envelop en druk op OK.
5.
Selecteer in het printerstuurprogramma Envelop als papiersoort of Lade 1 (MPT)
als papierbron.
en druk op OK.
als papiersoort en druk op OK.
Phaser® 6300/6350-kleurenlaserprinter
3-30
Afdrukken op speciale media
6300-010
6300-104