3.
Waaier het papier uit om bladen die aan elkaar geplakt zitten los te maken.
4.
Plaats het papier in lade 1 en pas de papiergeleiders aan het formaat van het papier aan.
Volg deze richtlijnen als u gebruikmaakt van voorbedrukt of geperforeerd papier:
Voor enkelzijdig afdrukken plaatst u de te bedrukken zijde omlaag, waarbij de
■
bovenkant van het papier als eerste wordt ingevoerd in de printer.
■
Voor dubbelzijdig afdrukken plaatst u de zijde die als eerste bedrukt moet worden
omhoog, waarbij de onderkant van het papier als eerste wordt ingevoerd in de printer.
■
Voor geperforeerd papier plaatst u het papier met de gaten naar de rechterkant van de
lade gericht.
Opmerking:
Plaats geen papier boven de vullijn die is aangegeven op de papiergeleider.
Als u te veel papier plaatst, kunnen er papierstoringen optreden.
5.
Als u de huidige lade-instellingen wilt gebruiken, drukt u op OK op het bedieningspaneel.
Als u een nieuwe soort papier of een nieuw formaat papier in de lade plaatst, doet u
het volgende:
a.
Selecteer
Instellingen wijzigen
b.
Selecteer de papiersoort en druk op OK.
c.
Selecteer het papierformaat en druk op OK.
MAX
en druk op OK.
Phaser® 6300/6350-kleurenlaserprinter
3-10
Papier plaatsen
6300-008