Opdrachtstatus
•
Bezig met formatteren: de opdracht wordt omgezet in de benodigde indeling. Voor
afdrukopdrachten wordt de opdracht gedecomprimeerd. Voor fax-, internetfax-, scan- en
e-mailopdrachten wordt de opdracht gecomprimeerd.
•
Bezig met scannen: het beeld voor deze opdracht wordt momenteel door de printer gescand
en is klaar om te worden geformatteerd.
•
Vastgehouden: het afdrukken van de opdracht is tijdelijk onderbroken. De opdracht blijft in
de opdrachtenlijst staan en schuift telkens als een opdracht afgedrukt is omhoog in de lijst.
Als een vastgehouden opdracht bovenaan de lijst staat, worden alle opeenvolgende
opdrachten verwerkt en afgedrukt. Een vastgehouden opdracht vormt geen belemmering
voor het uitvoeren van andere opdrachten in de lijst. Opdrachten kunnen om verschillende
redenen worden vastgehouden. De opdracht kan bijvoorbeeld een beveiligde afdruk of
faxopdracht zijn of mogelijk zijn de vereiste hulpbronnen niet beschikbaar. De reden voor de
vasthoudstatus kan worden geïdentificeerd door het selecteren van Opdrachtgegevens en
Vereiste hulpbronnen.
•
Bezig met ontvangen: de printer ontvangt de opdracht via het netwerk.
•
Verwijderd: de opdracht is verwijderd uit de opdrachtenlijst.
•
Voltooid met fouten: de opdracht is voltooid met fouten.
•
Selecteer Alle opdrachten en gebruik de vervolgkeuzelijst om de opdrachten te filteren en
alleen Ontvangen kopieer-, afdruk- en faxontvangstopdrachten of Scanopdrachten en
faxverzendopdrachten weer te geven die actief zijn op de printer.
Beveiligde afdruktaken
Met Beveiligde afdruk kunt u een 4- tot 10-cijferige toegangscode aan een afdrukopdracht toewijzen
wanneer deze naar de printer wordt verzonden. De opdracht wordt op de printer vastgehouden
totdat u de toegangscode op het bedieningspaneel invoert. Wanneer u een reeks beveiligde
afdrukopdrachten afdrukt, kunt u een standaard toegangscode instellen in de Voorkeursinstellingen
voor afdrukken in de printerdriver. Vervolgens kunt u de standaard toegangscode gebruiken voor alle
afdrukopdrachten die vanaf die computer worden verzonden. Als u een andere toegangscode moet
gebruiken, kunt u de code onderdrukken in de printerdriver van de applicatie.
Opmerking:
Een beveiligde afdrukopdracht kan alleen verwijderd worden door de gebruiker die de
opdracht heeft verzonden of door de systeembeheerder.
Een beveiligde afdrukopdracht verzenden
1.
Selecteer op het tabblad Afdrukken in de lijst Opdrachttype de optie Beveiligde afdruk.
2.
Typ in het venster Beveiligde afdruk een toegangscode in het veld Toegangscode. U moet deze
toegangscode invoeren wanneer u de opdracht via het bedieningspaneel van de printer afdrukt.
208
ColorQube 9301/9302/9303 Multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker