Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

138
Rijden en bediening

Deactivering

Schakel het stop-startsysteem manu‐
eel uit door op de eco-knop te druk‐
ken. De uitschakeling wordt aange‐
toond door de het doven van de LED
in de knop.
Autostop
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat,
activeer dan een Autostop zoals hier‐
onder beschreven:
■ Het koppelingspedaal intrappen
■ Zet de hendel in neutraal
■ Laat het koppelingspedaal los
De motor wordt uitgeschakeld terwijl
het contact aan blijft.
Een Autostop wordt door de naald
aangegeven bij de AUTOSTOP-
stand in de toerenteller.
Tijdens een Autostop blijven de ver‐
warmings- en remfunctie behouden.
Voorzichtig
Tijdens een Autostop kan de
stuurbekrachtiging verminderd
werken.
Voorwaarden voor een Autostop
Het stop-startsysteem controleert of
aan elk van de volgende voorwaar‐
den is voldaan. Anders is een Auto‐
stop niet mogelijk.
■ Het stop-startsysteem is niet ma‐
nueel uitgeschakeld
■ de motorkap is volledig gesloten
■ het bestuurdersportier is gesloten
of de veiligheidsgordel van de be‐
stuurder is vastgemaakt
■ de accu is voldoende geladen en in
goede staat
■ de motor is opgewarmd
■ de motorkoeltemperatuur is niet te
hoog
■ de temperatuur van de uitlaatgas‐
sen is niet te hoog, bv. na het rijden
met hoge motorbelasting
■ de omgevingstemperatuur is niet te
laag
■ het aircosysteem verhindert geen
Autostop
■ het remvacuüm is voldoende

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave