Handmatige instellingen
U kunt de instellingen van het klimaat‐
regelsysteem als volgt met de toetsen
en draaiknoppen veranderen. Wan‐
neer u een instelling verandert, wordt
de automatische modus gedeacti‐
veerd.
Aanjagersnelheid Z bij
klimaatregeling met één zone
Draai aan de rechter draaiknop.
U herkent de gekozen aanjagersnel‐
heid aan het aantal segmenten op het
display.
Als de aanjager wordt uitgeschakeld,
wordt ook de airconditioning gedeac‐
tiveerd.
Automatische modus opnieuw in‐
schakelen: Toets AUTO indrukken.
Aanjagersnelheid Z bij
klimaatregeling met twee zones
Druk op de linker toets Z of de rechter
toets Z om de aanjagersnelheid te
verlagen resp. te verhogen. U herkent
de aanjagersnelheid aan het aantal
segmenten op het display.
Wanneer u de linker toets langer in‐
drukt, worden de aanjager en de koe‐
ling uitgeschakeld.
Klimaatregeling
Wanneer u de rechtse toets langer in‐
drukt: de aanjager draait op maxi‐
mumsnelheid.
Automatische modus opnieuw in‐
schakelen: Toets AUTO indrukken.
Luchtverdeling s, M, K
Druk op de desbetreffende knop voor
de gewenste afstelling. De activering
wordt aangeduid door de LED in de
toets.
s = naar de voorruit en de voorste
zijruiten.
M = naar hoofdhoogte via de ver‐
stelbare luchtroosters.
K = naar de voetenruimte.
Er zijn ook combinaties mogelijk.
Om terug te keren naar de automati‐
sche luchtverdeling: de desbetref‐
fende instelling deactiveren of toets
AUTO indrukken.
Koeling n
U activeert of deactiveert de functie
met de toets n.
131