selecteren. Druk op BACK om een
menu te sluiten of terug te gaan naar
de vorige pagina.
Selecteer Indstillinger (Settings),
blader door de lijst en selecteer Voer‐
tuiginstellingen (Vehicle Settings)
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Voertuiginstellingen (Vehicle
Settings)
● Aanrijdings-/detectiesysteem
Parkeerhulp: Activeert of deacti‐
veert de ultrasoonparkeerhulp.
Instrumenten en bedieningsorganen
● Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal: Wijzigt
het volume van geluidssignalen.
Aanpassing door bestuurder:
Activeert of deactiveert persoon‐
lijke instellingen.
Autom. wissen achter in
achteruit: Activeert of deactiveert
automatische inschakeling
achterruitwisser bij inschakelen
achteruitversnelling.
● Talen (Languages): Blader door
de lijst en selecteer de gewenste
taal.
● Verlichting
Buitenverlichting bij ontgr.: Acti‐
veert of deactiveert de instapver‐
lichting.
Uitstapverlichting: Activeert of
deactiveert de uitstapverlichting
en wijzigt de verlichtingsduur.
● Elektrische portiervergrendeling
Open portier niet vergrendelen:
Activeert of deactiveert de
portiervergrendelingsfunctie
wanneer een portier openstaat.
Vertraagde deurvergrendeling:
Activeert of deactiveert de
vertraagde portiervergrende‐
lingsfunctie. Deze functie
vertraagt het werkelijke vergren‐
delen van de portieren tot alle
portieren gesloten zijn.
● Vergrendelen, ontgrendelen en
starten op afstand
Feedb ontgr. op afstand: Acti‐
veert of deactiveert het alarm‐
knipperlichtsignaal bij het
ontgrendelen.
Feedb. vergr. op afstand: Wijzigt
het type terugmelding bij het
vergrendelen van de auto.
Portierontgr. op afstand: Wijzigt
de configuratie om alleen het
bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Autom. portiervergrendeling:
Activeert of deactiveert de auto‐
matische hervergrendeling na
het ontgrendelen zonder de auto
te openen.
● Fabrieksinstellingen herstellen:
87