142
Verzorging van de auto
Leg de veiligheidsgrendel links opzij
en open de motorkap.
9 Waarschuwing
Raak wanneer de motor heet is de
motorkapstang alleen bij de
schuimomwikkeling aan.
Til de motorkap op, haal de motor‐
kapstang uit de houder en zet de
motorkapstang goed vast.
Als de motorkap wordt geopend
tijdens een Autostop, wordt de motor
om veiligheidsredenen automatisch
herstart.
Sluiten
Controleer voordat u de motorkap
sluit of alle doppen goed gesloten zijn
en druk de stang in de houder.
Laat de motorkap zakken en laat
deze vanaf een lage hoogte
(20-25 cm) in de grendel vallen.
Controleer of de motorkap vergren‐
deld is.
Voorzichtig
Druk de motorkap niet in het slot
om deuken te voorkomen.
Motorolie
Het motoroliepeil op gezette tijden
handmatig controleren om schade
aan de motor te voorkomen.
Controleer of de gebruikte olie de
juiste specificatie heeft. Aanbevolen
olie en smeermiddelen 3 179.
Het maximale motorolieverbruik is
0,6 l per 1000 km.
Alleen op een vlakke ondergrond
controleren. De motor moet op
bedrijfstemperatuur zijn en minstens
vijf minuten uitgeschakeld zijn
geweest.