Controlelampjes in de
dakconsole
Overzicht
O Richtingaanwijzer 3 71
Gordelverklikker 3 72
X
Airbags en gordelspanners
v
3 72
V Airbag deactiveren 3 72
p Laadsysteem 3 73
Z Storingsindicatielamp 3 73
g Laat auto spoedig nakijken
3 73
Instrumenten en bedieningsorganen
R Rem- en koppelingssysteem
3 73
- Pedaal intrappen 3 73
u Antiblokkeersysteem (ABS)
3 74
Opschakelen 3 74
[
Stuurbekrachtiging 3 74
c
Lane Departure Warning
)
3 74
r Ultrasoonparkeerhulp 3 74
Elektronische stabiliteitsrege‐
a
ling UIT 3 74
Elektronische stabiliteitsrege‐
b
ling en Traction Control-
systeem 3 75
Traction Control-systeem uit
k
3 75
Koelvloeistoftemperatuur
W
3 75
w
Bandenspanningscontrolesys‐
teem 3 75
I Motoroliedruk 3 75
Te laag brandstofpeil 3 76
Y
Startbeveiliging 3 76
d
# Beperkt motorvermogen
3 76
8 Buitenverlichting 3 76
C Grootlicht 3 76
Mistlamp 3 76
>
Mistachterlicht 3 76
r
Cruise control 3 77
m
Snelheidsbegrenzer 3 77
L
Motorkap open 3 77
/
Portier open 3 77
N
Richtingaanwijzer
O brandt of knippert groen.
Brandt korte tijd
De parkeerlichten zijn ingeschakeld.
Knippert
Een richtingaanwijzer of de alarm‐
knipperlichten zijn geactiveerd.
Snel knipperen: richtingaanwijzer of
bijbehorende zekering kapot.
Gloeilamp vervangen 3 147, zeke‐
ringen 3 153.
71