Indices
Als Indexmarkering is geselecteerd als de
optie "drukken" voor Persoonlijke
instelling g1 (Fn-knop toewijzen; 0 361),
g2 (Voorbeeldknop toewijzen; 0 362) of
g3 (AE-L/AF-L-knop toewijzen; 0 363)
kunt u tijdens het opnemen op de
geselecteerde knop drukken om indices
toe te voegen die kunnen worden gebruikt
om beelden te lokaliseren tijdens
bewerken en weergave (0 66). Aan iedere
film kunnen maximaal 20 indices worden
toegevoegd.
A
Zie ook
Beeldformaat, beeldsnelheid, microfoongevoeligheid, kaartsleuf en opties
voor ISO-gevoeligheid zijn beschikbaar in het menu Filminstellingen
(0 62). Scherpstelling kan handmatig worden aangepast, zoals beschreven
op pagina 41. De functies voor de centrale knop van de multi-selector, de
Fn-, Pv- en A AE-L/AF-L-knoppen kunnen worden gekozen met behulp van
respectievelijk Persoonlijke instelling f2 (Centrale knop multi-selector;
0 341), g1 (Fn-knop toewijzen; 0 361), g2 (Voorbeeldknop toewijzen;
0 362) en g3 (AE-L/AF-L-knop toewijzen, 0 363; deze optie is ook
mogelijk voor het vergrendelen van de belichting zonder de A AE-L/AF-L-
knop ingedrukt te houden). Persoonlijke instelling g4 (Ontspanknop
toewijzen; 0 364) regelt of de ontspanknop kan worden gebruikt om
filmlivebeeld te starten of om de filmopname te starten en te eindigen. Zie
Persoonlijke instelling f14 (Opties voor livebeeldknop; 0 356) voor
informatie over het voorkomen van onbedoeld bedienen van de a-knop.
54
Pv-knop
Index