Advertenties
A
Zie ook
Zie pagina 198 voor informatie over het vergrendelen van de flitswaarde
(FV) voor een gemeten onderwerp voordat een foto opnieuw wordt
samengesteld.
Zie Persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatiesnelheid, 0 329) voor
informatie over automatische snelle FP-synchronisatie en het kiezen van
een flitssynchronisatiesnelheid. Zie Persoonlijke instelling e2 (Langste
sluitertijd bij flits, 0 331) voor informatie over het kiezen van de langste
sluitertijd die beschikbaar is bij gebruik van een flitser. Zie Persoonlijke
instelling e3 (Flitserregeling ingeb. flitser, 0 331) voor informatie over
flitserregeling en het gebruik van de ingebouwde flitser in de
commanderstand.
Zie pagina 428 voor informatie over het gebruik van optionele flitsers.
A
Diafragma, gevoeligheid en flitsbereik
Flitsbereik varieert afhankelijk van gevoeligheid (ISO-equivalent) en
diafragma.
Maximaal diafragma bij ISO-equivalent van
64
100
200
—
1.4
2
1.6
2
2.8
2.2
2.8
4
3.2
4
5.6
4.5
5.6
8
6.3
8
11
9
11
16
13
16
22
De ingebouwde flitser heeft een minimumbereik van 0,6 m.
In belichtingsstand e wordt het maximale diafragma (laagste f-waarde)
beperkt overeenkomstig ISO-gevoeligheid, zoals hieronder wordt
weergegeven:
64
100
2.5
2.8
Als het maximale diafragma van het objectief kleiner is dan hierboven
aangegeven, wordt de maximale waarde voor diafragma het maximale
diafragma van het objectief.
400
800
1.600 3.200 6.400 12.800
2.8
4
5.6
4
5.6
8
5.6
8
11
8
11
16
11
16
22
16
22
32
22
32
—
32
—
—
Maximaal diafragma bij ISO-equivalent van:
200
400
800
3.5
4
5
8
11
16
11
16
22
16
22
32
22
32
—
32
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
1.600
3.200
6.400
5.6
7.1
Bereik
m
0,7–8,5
0,6–6,0
0,6–4,2
0,6–3,0
0,6–2,1
0,6–1,5
0,6–1,1
0,6–0,8
12.800
8
10
195
Advertenties
