Advertenties
4
Kadreer een foto, stel scherp en maak de foto.
De camera varieert de belichting en/of flitssterkte
beeld voor beeld, overeenkomstig het
geselecteerde bracketingprogramma. Wijzigingen
aan de belichting worden toegevoegd aan de wijzigingen
gemaakt met belichtingscorrectie (zie pagina 130).
Terwijl bracketing in werking is, wordt een aanduiding voor de
bracketingvoortgang weergegeven in het bedieningspaneel. Na
elke opname verdwijnt een deel van de aanduiding.
Aantal opn.: 3; stapgrootte: 0,7
A
Zie ook
Zie Persoonlijke instelling b2 (Stapgrootte inst. belichting, 0 315) voor
informatie over het kiezen van de belichtingstapgrootte. Zie Persoonlijke
instelling e8 (Bracketingvolgorde, 0 340) voor informatie over het kiezen
van de volgorde waarin bracketing wordt uitgevoerd. Zie Persoonlijke
instelling f8 (BKT-knop toewijzen, 0 350) voor informatie over het kiezen
van de functie van de D-knop.
136
Weergave na eerste opname
Advertenties
