ALGEMENE INFORMATIE
LET OP
Gebruik uitsluitend banden en velgen
met de goedgekeurde maat. Het
gebruik van andere maten kan
beschadiging van de auto tot gevolg
hebben en maakt de typegoedkeuring
ongeldig.
Wanneer u banden monteert met
een andere diameter dan de in de
fabriek gemonteerde banden, duidt
de snelheidsmeter de snelheid niet
correct meer aan. Breng uw auto naar uw
dealer en laat het motor
managementsysteem opnieuw
programmeren.
Op de B-stijl bij het bestuurdersportier
bevindt zich een tabel met de
bandenspanning.
Controleer bij koude banden de
bandenspanning bij een temperatuur
waarin u gaat rijden.
Voor het ruimtebesparende reservewiel
moet de hoogste bandenspanning voor
uw auto/band-combinatie worden
aangehouden.
Gegevens omtrent banden, velgen en
bandenspanningen voor speciale
uitvoeringen staan alleen op de tabel met
bandenspanningen van de betreffende
auto.
EEN WIEL VERVANGEN
Wielslotmoeren
Na het overleggen van het certificaat met
het referentienummer kunt u bij uw dealer
een vervangings dopsleutel en
vervangings slotmoeren verkrijgen.
Velgen en banden
Reservewiel
Het reservewiel bevindt zich onder de
achterzijde van de wagen.
Uitvoeringen met enkellucht
E70947
Uitvoeringen met dubbellucht
E70948
Wanneer uw wagen is uitgerust met een
veiligheidsbout, verwijder deze dan door
hem linksom te draaien.
Steek het platte uiteinde van de
wielmoersleutel (Bus, Bestelwagen en
Kombi) of de korte zijde van de krikslinger
(Chassis Cabine, uitvoering met open
laadbak) in de opening. Draai hem linksom
tot het wiel op de grond rust en de kabel
niet meer gespannen is.
150