8 Aanpassing aan de installatie
8.2
Pompvermogen instellen
Het product is met een toerentalgeregelde HR-pomp uitge-
rust die zich automatisch aan de hydraulische omstandighe-
den van de CV-installatie aanpast.
Als de CV-installatie met een open verdeler is uitgerust,
schakel dan de toerentalregeling uit en stel het pompver-
mogen op een vaste waarde in.
▶
Stel de instelling van het modusafhankelijke pomptoeren-
tal eventueel in met de diagnosecode d.14.
▶
Stel de diagnosecode in. (→ Pagina 15)
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 31)
Doorstroomdrukcurven voor 18/25 kW
(gemeten druk achter de kranen)
1
2
B
70
60
50
40
30
20
10
0
500
1
Maximaal toerental
(bypass gesloten)
2
Maximaal toerental
(fabrieksinstelling van
de bypass)
3
Minimaal toerental
(fabrieksinstelling van
de bypass)
Doorstroomdrukcurven voor 25/30 kW
(gemeten druk achter de kranen)
B
1
80
70
60
50
40
30
20
10
0
500
1
Maximaal toerental
(bypass gesloten)
2
Maximaal toerental
(fabrieksinstelling van
de bypass)
3
Minimaal toerental
(fabrieksinstelling van
de bypass)
20
3
4
1000
1500 A
4
Doorstroming bij maxi-
mumvermogen (ΔT =
20K)
A
Doorstroming in het
circuit (l/h)
B
Beschikbare druk (kPa)
2
3
4
1000
1500 A
4
Doorstroming bij maxi-
mumvermogen (ΔT =
20K)
A
Doorstroming in het
circuit (l/h)
B
Beschikbare druk (kPa)
Doorstroomdrukcurven voor30/35 kW
(gemeten druk achter de kranen)
1
B
70
60
50
40
30
20
10
0
500
1
Maximaal toerental
(bypass gesloten)
2
Maximaal toerental
(fabrieksinstelling van
de bypass)
3
Minimaal toerental
(fabrieksinstelling van
de bypass)
Doorstroomdrukcurven voorAS 30 kW
(gemeten druk achter de kranen)
1
B
70
60
50
40
30
20
10
0
500
1
Maximaal toerental
(bypass gesloten)
2
Maximaal toerental
(fabrieksinstelling van
de bypass)
3
Minimaal toerental
(fabrieksinstelling van
de bypass)
8.3
Bypass instellen
Voorwaarde: Modulerende pomp
Als de bedrijfsparameter van de pomp d.14 op auto is inge-
steld (grenswaarde ∆p), mag de fabrieksinstelling niet veran-
derd worden.
Opgelet!
Kans op materiële schade door verkeerde
instelling van de hoogefficiënte pomp
Als de druk bij de overstroomklep verhoogd
wordt (draaiing rechtsom), kunnen er storin-
gen ontstaan als het pompvermogen op min-
der dan 100 % is ingesteld.
▶
Zet in dit geval het pompvermogen via
diagnoseparameter d.14 op 5 = 100%.
Installatie- en onderhoudshandleiding Thermomaster 0020199146_08
2
3
4
1000
1500 A
4
Doorstroming bij maxi-
mumvermogen (ΔT =
20K)
A
Doorstroming in het
circuit (l/h)
B
Beschikbare druk (kPa)
2
3
4
1000
1500 A
4
Doorstroming bij maxi-
mumvermogen (ΔT =
20K)
A
Doorstroming in het
circuit (l/h)
B
Beschikbare druk (kPa)