7.
Problemen oplossen
De juiste reservezekering kiezen
Deze aanduiding (2A) op de zekering en het opschrift naast de zekeringhouder op
de achterzijde van het apparaat MOETEN overeenstemmen!
De metalen kappen van de reservezekeringen
zijn voorzien van een opschrift – dit ziet er on-
geveer uit zoals aangegeven in bovenstaande
afbeelding, maar kan afhankelijk van het type
zekering variëren.
In het opschrift is de informatie over de te be-
veiligen stroomsterkte van belang (in het gemar-
keerde voorbeeld: T2A).
9
38
8
9
Op de achterzijde bevinden
zich vijf zekeringhouders
(afb.
Nu moet er uit de vijf reser-
vezekeringen één worden
gekozen, waarvan het op-
schrift de aanduiding 2A be-
vat.
(zie
Alleen de reservezekering
met de aanduiding 2A mag in
deze zekeringhouder (T2A)
worden geplaatst.
Dit geldt op vergelijkbare wij-
ze ook voor de andere zeke-
ringhouders.
Afb. 25
Zekering vervangen
Met een schroevendraaier (8) de zekeringhouder
(9) licht indrukken, vervolgens een kwartslag
naar links draaien en loslaten.
De zekeringhouder wordt naar buiten gedrukt en
kan worden verwijderd.
De defecte zekering (10) uit
10
de zekeringhouder (9) nemen
en vervangen door de geko-
zen reservezekering.
De zekeringhouder met re-
servezekering aanbrengen,
met een schroevendraaier (1)
indrukken en met een kwart-
slag naar rechts vastzetten.
De zekeringsplaat (6,7) weer
aanbrengen.
Afb. 26
Gebruiksaanwijzing V 2.6 RevI – 07/2016
24).
afb. 25,
links)