Aanvullend veiligheidssysteem
De module aanvullend veiligheidssysteem
bewaakt ook de gereedheid van de
bovenstaande veiligheidsinrichtingen en
de sensoren voor botsingen, inzittenden
en voetgangers. De gereedheid van het
veiligheidssysteem wordt aangeduid door
een controlelamp in het
instrumentenpaneel of door een
geluidssignaal als back-up wanneer de
controlelamp niet werkt.
Routineonderhoud van de airbags en de
opklapbare motorkap is niet nodig.
Een probleem met het systeem kan als
volgt worden aangeduid:
Het gereedheidslampje gaat niet
onmiddellijk branden wanneer
het contact wordt aangezet.
•
Het gereedheidslampje knippert of
blijft branden.
•
Er is een reeks van vijf pieptonen te
horen. Het patroon van de toon wordt
periodiek herhaald totdat het
probleem, het lampje of beide zijn
gerepareerd.
Als een van deze situaties zich voordoet,
zelfs met tussenpozen, laat u het
aanvullend veiligheidssysteem en de
opklapbare motorkap onmiddellijk
repareren bij een erkende dealer. Tenzij het
is gerepareerd, zal het systeem wellicht
niet goed werken bij een botsing.
De gordelspanners en het airbag
aanvullend veiligheidssysteem vooraan
zijn ontworpen om te worden ingeschakeld
wanneer de auto voldoende frontaal wordt
afgeremd zodat de module aanvullend
veiligheidssysteem een veiligheidsinrichting
inschakelt.
Mustang (CZG, CZY) Vehicles Built From: 02-05-2016, HR3J 19A321 ABA nlNLD, First Printing
Het feit dat de gordelspanners of de
airbags vooraan niet voor beide inzittenden
vooraan worden ingeschakeld bij een
botsing, of dat de opklapbare motorkap
niet is ingeschakeld bij een botsing met een
voetganger, betekent niet dat er iets mis
is met het systeem. Het betekent echter
dat de module aanvullend
veiligheidssysteem heeft bepaald dat de
omstandigheden van het ongeval (ernst
botsing, gebruik veiligheidsgordel) niet
geschikt waren om deze
veiligheidsinrichtingen in te schakelen.
•
De airbags vooraan zijn ontworpen om
alleen te worden ingeschakeld bij
frontale of bijna-frontale botsingen
(niet bij kantelen, botsing van opzij of
botsing langs achter tenzij de botsing
zorgt voor voldoende frontaal
afremmen).
•
De gordelspanners zijn ontworpen om
te worden ingeschakeld bij frontale
botsingen, bijna-frontale botsingen en
botsingen van opzij.
•
De knieairbag(s) kan/kunnen worden
ingeschakeld op basis van de ernst van
de botsing en de omstandigheden van
de inzittenden.
29