Download Print deze pagina

Ford Mustang 2016 Instructieboekje pagina 182

Advertenties

N.B.: Wanneer u met de auto rijdt zonder
dat het motorprobleem is opgelost, neemt
de kans op motorschade toe. Raadpleeg zo
spoedig mogelijk een erkende dealer.
Motorvloeistoftemperatuurbeheer
(indien uitgerust)
WAARSCHUWINGEN
Om het risico op een botsing en
verwondingen te beperken, moet u
erop bedacht zijn dat de rijsnelheid
kan afnemen en dat de auto wellicht niet
op vol vermogen kan accelereren totdat
de vloeistof is afgekoeld.
Verwijder de dop van het
koelvloeistofreservoir nooit wanneer
de motor draait of op
bedrijfstemperatuur is.
Uw auto kan een aanhanger trekken, maar
omwille van de extra lading kan de motor
van uw auto tijdelijk warmer worden tijdens
zwaar gebruik zoals wanneer u een lange
of steile helling op rijdt terwijl u een
aanhanger trekt bij hoge temperaturen.
Op dat moment kunt u merken dat de
naald van de
motorkoelvloeistoftemperatuurmeter naar
H beweegt en dat het bericht MINDER
VERMOGEN OM MOTOR TE LATEN
AFKOELEN op het informatiedisplay
verschijnt.
U kunt merken dat de rijsnelheid afneemt
door het beperkte motorvermogen. Om de
motorvloeistoftemperatuur te beheren kan
uw auto deze modus starten in bepaalde
omstandigheden bij hoge temperaturen
en hoge belasting. De mate van
snelheidsverlaging is afhankelijk van tal
van factoren zoals de lading van de auto,
het slepen van een aanhanger, de helling
en de omgevingstemperatuur. Als dit
gebeurt is het niet nodig om van de weg af
te rijden. U kunt blijven rijden met uw auto
terwijl dit bericht actief is.
Mustang (CZG, CZY) Vehicles Built From: 02-05-2016, HR3J 19A321 ABA nlNLD, First Printing
Onderhoud
Onder zeer zware omstandigheden wordt
de airconditioning mogelijk in- en
uitgeschakeld om oververhitting van de
motor te voorkomen. Wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur daalt naar
een normale bedrijfstemperatuur, zal de
airconditioning weer worden ingeschakeld.
Als de
motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
volledig in het rood staat (heet) of als de
waarschuwing voor
koelvloeistoftemperatuur of de
motorstoringslamp verschijnt op het
informatiedisplay:
1.
Rijd van de weg af zodra dit veilig kan
en zet de versnelling in P.
2. Laat de motor draaien totdat de naald
van de koelvloeistoftemperatuurmeter
het rode (hete) gebied verlaat. Volg de
resterende stappen als de temperatuur
na enkele minuten niet daalt.
3. Zet de motor af en wacht totdat de
motor is afgekoeld voordat u het
koelvloeistofpeil controleert.
4. Als het koelvloeistofpeil normaal is,
start uw motor dan opnieuw en rijd
verder.
5. Als het koelvloeistofpeil laag is, vul dan
koelvloeistof bij en start de motor
opnieuw. Zie Motorkoelvloeistof
bijvullen of Hoe de noodkoeling
werkt in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
AUTOMATISCHE CONTROLE
VLOEISTOFPEIL
TRANSMISSIE
Laat indien nodig een erkende dealer bij
het juiste onderhoudsinterval de
transmissievloeistof controleren en
verversen.
De automatische transmissie heeft geen
peilstok voor transmissievloeistof.
178

Advertenties

loading