Download Print deze pagina

Ford Mustang 2016 Instructieboekje pagina 111

Advertenties

ALGEMENE INFORMATIE
WAARSCHUWINGEN
Door langdurig stationair draaien met
hoge motortoerentallen kan tot zeer
hoge temperaturen in de motor en
het uitlaatsysteem leiden, waardoor het
risico op brand of andere schade ontstaat.
Laat de motor niet stationair draaien
en parkeer of rij de auto niet op droog
gras of ander droog materiaal. Het
emissiesysteem warmt de motorruimte en
het uitlaatsysteem op, waardoor het risico
op brand ontstaat.
Start de motor niet in een gesloten
garage of in andere gesloten ruimtes.
Uitlaatgassen kunnen gifitig zijn.
Open altijd de garage voordat u de motor
start.
Als u uitlaatgassen ruikt in het
voertuig, moet u het voertuig
onmiddellijk laten controleren door
een erkende dealer. Rijd niet met uw
voertuig indien u uitlaatgassen ruikt.
Als u de accu loskoppelt, kan uw voertuig
nog ca. 8 kilometer ongebruikelijke
rijeigenschappen vertonen nadat u de accu
weer heeft aangesloten. Dit komt omdat
het motormanagementsysteem opnieuw
met de motor moet worden uitgelijnd. U
kunt eventuele ongebruikelijke
rijeigenschappen in deze periode negeren.
Het aandrijflijnregelsysteem voldoet aan
alle Canadese standaardeisen m.b.t. het
elektrische impulsvelden of
radio-interferentie voor interferentie
veroorzakende apparatuur.
Voorkom dat het gaspedaal vóór en tijdens
het starten wordt ingedrukt. Gebruik het
gaspedaal alleen indien u moeilijkheden
heeft om de motor te starten.
Mustang (CZG, CZY) Vehicles Built From: 02-05-2016, HR3J 19A321 ABA nlNLD, First Printing
Motor starten en stoppen
SLEUTELLOOS STARTEN
N.B.: Het startsysteem zonder sleutel werkt
wellicht niet als de sleutel zich dicht bij
metalen objecten of elektronische
apparaten als mobiele telefoons bevindt.
N.B.: Om het contact aan te zetten en de
motor te starten moet zich een geldige
sleutel in de auto bevinden.
Contactslotmodi
E146431
Het startsysteem zonder sleutel heeft drie
modi:
Uit: schakelt de ontsteking uit.
Druk zonder het rempedaal in te
trappen één keer kort op de knop terwijl
het contact aan staat of wanneer de
auto ingeschakeld is, maar niet rijdt.
Aan: alle elektrische circuits werken en de
waarschuwings- en controlelampen
branden.
Druk één keer kort op de knop, zonder
dat u het rempedaal intrapt.
Start: start de motor.
Trap het rempedaal in (automatische
transmissie) of het koppelingspedaal
(handgeschakelde transmissie) en druk
enige tijd op de knop. Een indicatielamp
op de knop gaat branden wanneer het
contact aan staat en wanneer de
motor wordt gestart.
107

Advertenties

loading