4.7 Magnetronvermogen
Hier vindt u een overzicht van de magnetronvermogens en het gebruik ervan.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet altijd overeen met het precieze aantal watt dat door het appa-
raat wordt gebruikt.
Magnetronvermogen
in watt
90 W
180 W
360 W
600 W
max
Opmerking: Het magnetronvermogen max. is niet be-
stemd voor het verwarmen van gerechten. Ter bescher-
ming van het apparaat wordt het maximale vermogen
van de magnetron gedurende de eerste minuten traps-
gewijs tot 600 W gereduceerd. Nadat het apparaat eni-
ge tijd is afgekoeld is het volle vermogen weer be-
schikbaar.
4.8 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte plaatsen.
→ "Accessoires", Pagina 11
Uw apparaat heeft 3 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
De accessoires kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen,
verwijderen.
→ "Rekjes", Pagina 26
Zelfreinigende oppervlakken
De achterwand in de binnenruimte is zelfreinigend. De
zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte zijn
voorzien van een laagje poreus, mat keramiek en heb-
ben een ruw oppervlak. Wanneer het apparaat in ge-
bruik is, nemen de zelfreinigende oppervlakken vets-
petters van het bakken, braden of grillen op en breken
ze af.
5 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking: Wanneer de accessoires heet worden,
kunnen deze vervormen. De vervorming heeft geen in-
vloed op de werking. De vervorming verdwijnt weer na-
dat de accessoires zijn afgekoeld.
Maximale duur in uur Gebruik
1:30
1:30
1:30
1:30
0:30
Gevoelige gerechten ontdooien.
Gerechten ontdooien en verder bereiden.
Vlees en vis bereiden. Gevoelige gerechten opwarmen.
Gerechten verwarmen en bereiden.
Verwarmen van vloeistoffen.
Als de zelfreinigende oppervlakken zich tijdens het ge-
bruik niet meer voldoende reinigen, warm de binnen-
ruimte dan gericht op.
→ "Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte rei-
nigen", Pagina 24
Verlichting
Een of meerdere ovenlampen verlichten de binnenruim-
te.
Wanneer u de deur van het apparaat opent, gaat de
verlichting in de binnenruimte aan. Blijft de deur langer
dan 15 minuten open, dan gaat de verlichting weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de verlichting in zodra
het gebruik wordt gestart. Als het gebruik wordt beëin-
digd, schakelt de verlichting uit.
Koelventilator
De koelventilator schakelt afhankelijk van de tempera-
tuur van het apparaat in en uit. De warme lucht ont-
snapt via de deur.
LET OP!
De ventilatiesleuven boven de deur van het apparaat
niet afdekken. Het apparaat raakt oververhit.
▶
Ventilatiesleuven vrijhouden.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking stopgezet. Sluit u de apparaatdeur,
dan wordt de werking niet automatisch voortgezet.
Wanneer u bij het gebruik van de magnetronfunctie de
apparaatdeur sluit, dient u de werking met
zetten.
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
Accessoires nl
voort te
11