Gebruik
– Trek de veiligheidsgreep (3) naar buiten.
– Duw de handhendel (2) omhoog.
GEVAAR
Er kunnen mensen tussen de heftruck en de aan-
hangwagen bekneld raken.
Zorg ervoor dat bij het aankoppelen niemand zich
tussen de heftruck en de aanhangwagen bevindt.
LET OP
Bij het aankoppelen moet het trekstangoog zich in
het midden van de vangmuilkoppeling bevinden.
Nalatigheid hierin kan tot beschadiging van de
vangmuilkoppeling of het trekstangoog leiden!
– Zorg ervoor dat het trekstangoog de vangmuil-
koppeling in het midden binnengaat.
– Rijd de machine langzaam achteruit.
GEVAAR
Als de koppelpen tijdens het slepen losraakt, zal
de last loskomen en wordt de aanhangwagen
oncontroleerbaar. Er bestaat een ongevalrisico!
Als de veiligheidsgreep uitsteekt, is het trekstan-
goog niet goed aangekoppeld. In deze toestand
mag er niet met de aanhangwagen worden gere-
den.
– Controleer of de veiligheidsgreep helemaal op
één lijn ligt met de borgbus.
– Als de veiligheidsgreep uitsteekt, dient de
aankoppelprocedure te worden herhaald.
– Verwijder de beveiligingen tegen wegrollen
van de aanhangwagen.
– Sleep de aanhangwagen weg.
Model RO*243 handmatig sluiten
GEVAAR
Verwondingsgevaar door bekneld raken van de
hand!
Kom met uw hand niet in de buurt van de koppel-
pen. Als bijvoorbeeld een sleeptouw aan de aan-
hangerkoppeling moet worden bevestigd, gebruik
dan uitsluitend een geschikt hulpmiddel (bijv. een
montagehefboom) om de aanhangerkoppeling te
sluiten.
3
170530 [NL]
Aanhangwagens trekken
7321_003-064
5
2
245