8 Inbedrijfstelling
Evolutie kamertemperatuur:
D
E
F
A
B
A
Ingestelde temperatuur binnenunit
B
Start werking
C
Werkingsduur
D
Gematigd
E
Snel
F
Krachtig
7.3.4
Voorbeeld: Automatische stand bij
verwarmen
T
c
49°C
C
46°C
D
2°C
A
Virtuele belastingscurve (standaard piekcapaciteit
automatische stand)
B
Belastingscurve
C
Virtuele streefwaarde (waarde initiële
condensatietemperatuur automatische stand)
D
Ontwerptemperatuur
E
Belastingsfactor
F
Buitenluchttemperatuur
T
Condensatietemperatuur
c
Snel
Krachtig
Gematigd
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
40
C
E
100%
A
B
70%
F
Evolutie kamertemperatuur:
A
F
E
D
B
A
Ingestelde temperatuur binnenunit
B
Start werking
C
Werkingsduur
D
Gematigd
E
Snel
F
Krachtig
8
Inbedrijfstelling
8.1
Overzicht: Inbedrijfstelling
Na de installatie en wanneer de lokale instellingen zijn ingesteld
moet de installateur de correcte werking controleren. Hiervoor moet
het systeem proefdraaien volgens de hierna beschreven procedures.
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet
weten om het systeem na de configuratie in gebruik te stellen.
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling" controleren.
2
Proefdraaien.
3
Indien nodig, problemen oplossen na abnormaal beëindigen
van het proefdraaien.
4
Gebruik van het systeem.
8.2
Voorzorgsmaatregelen bij de
inbedrijfstelling
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
VOORZICHTIG
Laat het systeem niet proefdraaien terwijl aan de
binnenunits wordt gewerkt.
Bij het proefdraaien zullen niet alleen de buitenunit, maar
ook de aangesloten binnenunit werken. Tijdens het
proefdraaien aan een binnenunit werken is gevaarlijk.
VOORZICHTIG
Steek geen vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Verwijder de ventilatorafscherming
niet. Wanneer de ventilator met hoge snelheid draait, zou
dit letsels veroorzaken.
C
RXYSQ8~12TMY1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P404225-1 – 2015.03