b) Bijzondere aandacht moet worden besteed aan het volgende, om ervoor te zorgen dat door werkzaamheden aan elektrische
componenten de behuizing niet zodanig wordt gewijzigd dat het beschermingsniveau wordt aangetast. Dit omvat schade aan kabels,
buitensporig aantal verbindingen, terminals die niet tot stand zijn gebracht volgens de originele specificaties, schade aan afdichtingen,
onjuiste montage van wartels enz.
•
Zorg ervoor dat het apparaat stevig is gemonteerd.
•
Zorg ervoor dat afdichtingen of afdichtingsmaterialen niet zodanig zijn aangetast dat ze het binnendringen van ontvlambare atmosferen
niet langer kunnen voorkomen. Vervangende onderdelen moeten in overeenstemming zijn met de specificaties van de fabrikant.
Het gebruik van siliconenkit kan de effectiviteit van sommige soorten lekdetectieapparatuur verminderen. Instinctief veilige
componenten hoeven niet te worden geïsoleerd voordat eraan wordt gewerkt.
11) Reparatie van intrinsiek veilige componenten
Pas geen permanente inductieve of capaciteitsbelasting toe op het circuit zonder ervoor te zorgen dat dit de toegestane spanning en
stroomsterkte voor de gebruikte apparatuur niet overschrijdt. Intrinsiek veilige componenten zijn de enige typen waaraan kan worden
gewerkt in aanwezigheid van een ontvlambare atmosfeer. Het testapparaat moet de juiste classificatie hebben. Vervang componenten
alleen door onderdelen die door de fabrikant zijn gespecificeerd. Andere onderdelen kunnen leiden tot de ontsteking van koelmiddel
in de atmosfeer door een lek.
12) Bekabeling
Controleer of de bekabeling niet onderhevig is aan slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe randen of andere nadelige
milieueffecten. Bij de controle moet ook rekening worden gehouden met de effecten van veroudering of voortdurende trillingen van
bronnen zoals compressoren of ventilatoren.
13) Detectie van ontvlambare koelmiddelen
In geen geval mogen potentiële ontstekingsbronnen worden gebruikt bij het zoeken naar of detecteren van koelmiddellekken.
Een halogenidetoorts (of een andere detector met een open vlam) mag niet worden gebruikt.
14) Methode voor detectie van lekken
De volgende lekdetectiemethoden worden acceptabel geacht voor systemen die ontvlambare koelmiddelen bevatten. Elektronische
lekdetectoren moeten worden gebruikt om ontvlambare koelmiddelen te detecteren, maar de gevoeligheid is mogelijk niet voldoende
of moet mogelijk opnieuw worden gekalibreerd. (- Detectieapparatuur moet worden gekalibreerd in een koelmiddelvrije ruimte.)
Zorg ervoor dat de detector geen potentiële bron is van ontsteking en is geschikt voor het koelmiddel. Lekdetectieapparatuur moet
worden ingesteld op een percentage van de LFL van het koelmiddel en worden gekalibreerd op het gebruikte koelmiddel; tevens
moet het juiste percentage gas (maximaal 25%) worden bevestigd. Lekdetectievloeistoffen zijn geschikt voor gebruik met de meeste
koelmiddelen; het gebruik van chloorhoudende reinigingsmiddelen moet echter worden vermeden, aangezien het chloor kan reageren
met het koelmiddel en de koperen leidingen kan aantasten. Als een lek wordt vermoed, moeten alle open vlammen worden verwijderd
of gedoofd. Als er een lekkage van koelvloeistof wordt aangetroffen waardoor moet worden gesoldeerd, moet al het koelmiddel uit het
systeem worden teruggewonnen of worden geïsoleerd (door middel van afsluitkleppen) in een deel van het systeem dat ver verwijderd
is van het lek. Zuurstofvrije stikstof (OFN) moet dan zowel voor als tijdens het soldeerproces door het systeem worden gespoeld.
15) Verwijdering en lediging
Bij toegang tot het koelmiddelcircuit om reparaties uit te voeren, moeten conventionele procedures worden gebruikt. Het is echter
belangrijk dat de beste praktijken worden gevolgd, aangezien rekening moet worden gehouden met ontvlambaarheid. De volgende
procedure moet wordt gevolgd:
•
Koelmiddel verwijderen;
•
Het circuit spoelen met inert gas;
•
Ledigen;
•
Opnieuw spoelen met inert gas;
•
Het circuit openen door te snijden of te solderen.
De vulling van koelmiddel moet worden teruggewonnen in de juiste cilinders. Het systeem moet worden gespoeld met OFN om het
apparaat veilig te maken. Dit proces moet mogelijk meerdere keren worden herhaald.
Voor deze taak mag geen perslucht of zuurstof worden gebruikt.
Het spoelen moet worden bereikt door het vacuüm in het systeem te verbreken met OFN en door te gaan met vullen totdat de werkdruk
is bereikt, vervolgens te ontluchten naar de atmosfeer en tot slot naar een vacuüm te brengen. Dit proces moet worden herhaald totdat
er geen koelmiddel meer in het systeem zit.
Wanneer de laatste OFN-vulling wordt gebruikt, moet het systeem worden geventileerd tot atmosferische druk om het werk te laten
plaatsvinden. Deze stap is absoluut noodzakelijk als soldeerbewerkingen op het leidingwerk moeten plaatsvinden.
Zorg ervoor dat de uitlaat voor de vacuümpomp niet is afgesloten voor ontstekingsbronnen en dat er ventilatie aanwezig is.
16) Laadprocedures
Naast de conventionele laadprocedures moet aan de volgende eisen zijn voldaan:
• Zorg ervoor dat bij het gebruik van laadapparatuur geen verontreiniging van verschillende koelmiddelen optreedt. Slangen of
leidingen moeten zo kort mogelijk zijn om de hoeveelheid koelmiddel erin tot het minimum te beperken.
• Cilinders moeten rechtop worden gehouden.
• Zorg ervoor dat het koelsysteem geaard is voordat u het met koelmiddel vult.
• Etiketteer het systeem wanneer het opladen is voltooid (indien dit nog niet eerder is gebeurd).
OPMERKING
71