Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toepassing 5 - Kaysun Aquantia R-32 PRO KHP-MO 18 DTR2 Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Tijdens het verwarmen zal het apparaat werken om de gewenste wateraanvoertemperatuur te bereiken die is ingesteld op de
gebruikersinterface. Als de weersafhankelijke werking actief is, wordt de watertemperatuur automatisch bepaald op basis van
de buitentemperatuur.
Tijdens het verwarmen van de ketel zal hij werken om de gewenste wateraanvoertemperatuur te bereiken die is ingesteld op
de gebruikersinterface.
Stel de gewenste waarde voor de wateraanvoertemperatuur op de gebruikersinterface nooit hoger in dan (60 °C).
Zorg ervoor dat u FOR SERVICEMAN (VOOR SERVICEMONTEUR) correct configureert in de gebruikersinterface. Zie 10.7
Lokale instellingen/Andere verwarmingsbron.
.
Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtewisselaar niet hoger is dan 60 °C. Stel de gewenste waarde voor de
wateraanvoertemperatuur op de gebruikersinterface nooit hoger in dan 60 °C.
Zorg ervoor dat de terugslagkleppen (ter plaatse te voorzien) correct in het systeem zijn geïnstalleerd.
De leverancier is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het niet naleven van deze instructie.

8.5 Toepassing 5

Toepassing met functie van dubbel instelpunt met twee kamerthermostaten aansluiten op de buiteneenheid.
Ruimteverwarming
met
twee
vloerverwarmingskringen en ventilatorconvectoren zijn verschillende bedrijfswatertemperaturen nodig.
Voor de vloerverwarmingskringen is een lagere watertemperatuur in verwarmingsmodus nodig dan voor ventilatorconvectoren.
Om deze twee instelpunten te bereiken, wordt een mengstation gebruikt dat de watertemperatuur aanpast aan de vereisten
van de vloerverwarmingskringen. De ventilatorconvectoren zijn direct aangesloten op het watercircuit van de eenheid en de
vloerverwarmingskringen bevinden zich achter het mengstation. Het mengstation wordt aangestuurd door de eenheid (of ter plaatse
te voorzien, regelt zelf).
De werking en configuratie van het plaatselijke watercircuit is verantwoordelijkheid van de installateur.
We bieden alleen een functie met dubbel instelpunt aan. Met deze functie kunnen twee instelpunten worden gegenereerd. Afhankelijk
van de gewenste watertemperatuur (vloerverwarmingskringen en/of ventilatorconvectoren zijn vereist). Voor meer details zie 10.7
Lokale instellingen/KAMERTHERMOSTAAT.
De bedrading van kamerthermostaat 5A (voor ventilatorconvectoren) en 5B (voor vloerverwarmingskringen) moet 'methode C' volgen
zoals beschreven in 9.7.6 Aansluiting voor andere componenten/Voor kamerthermostaat; de thermostaat die wordt aangesloten
op poort C (in de buiteneenheid) moet worden geplaatst op de zone waar vloerverwarmingskringen zijn geïnstalleerd (zone B),
de andere aangesloten op poort H moet worden geplaatst op de zone waar ventilatorconvectoren zijn geïnstalleerd (zone A).
1
1.3
1.5 1.6
1.7
2 3
1.4
1.2
1.1
OPMERKING
OPGELET
kamerthermostaten
via
vloerverwarmingskringen
OPMERKING
4
5A
T
5B
T
9
10
8.1
23.2
6
7
8.2
8
17
en
ventilatorconvectoren.
A
11
FCU1
FCU2
B
11
23.1
24
23
FHL1
FHL2
Voor
de
17
FCUn
FHLn

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave