Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kaysun Aquantia R-32 PRO KHP-MO 18 DTR2 Installatie En Gebruikshandleiding pagina 23

Inhoudsopgave

Advertenties

De werking en configuratie van het plaatselijke watercircuit is verantwoordelijkheid van de installateur.
We bieden alleen een functie met dubbel instelpunt aan. Met deze functie kunnen twee instelpunten worden gegenereerd. Afhankelijk
van de gewenste watertemperatuur (vloerverwarmingskringen en/of ventilatorconvectoren zijn vereist) kan het eerste of tweede
instelpunt worden geactiveerd. Zie 10.7 Lokale instellingen /TEMP. TYPE-INSTELLING.
1
1.3
1.5 1.6
1.7
1.7
2 3
1.2
1.1
Codering
Montage-eenheid
1
Buiteneenheid
1.1
Manometer
1.2
Overdrukklep
1.3
Expansievat
1.4
Platenwarmtewisselaar
1.5
Ontluchtingsklep
1.6
Stroomschakelaar
1.7
P_i: Circulatiepomp in het apparaat
2
Y-vormig filter
3
Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
4
Bedrade controller
Kamerthermostaat voor zone 1 (ter plaatse
5A
te voorzien)
Kamerthermostaat voor zone 2 (ter plaatse
5B
te voorzien)
6
Afvoerklep (ter plaatse te voorzien)
Het volume van het dempingsvat (8) moet groter zijn dan 40 L. De afvoerklep (6) moet op de laagste positie van het systeem
worden geïnstalleerd.
Aangezien de temperatuursensor in de gebruikersinterface wordt gebruikt om de kamertemperatuur te detecteren, moet de
gebruikersinterface (4) in de ruimte worden geplaatst waar vloerverwarmingskringen en ventilatorconvectoren zijn geïnstalleerd
en uit de buurt van de verwarmingsbron. De juiste configuratie moet worden toegepast in de gebruikersinterface (zie 10.7
Lokale instellingen/TEMP.TYPE-INSTELLING). Het eerste instelpunt is de watertemperatuur die kan worden ingesteld
op de hoofdpagina van de gebruikersinterface, het tweede instelpunt wordt berekend op basis van klimaatgerelateerde
curven; de doeltemperatuur van het uitlaatwater is de hoogste van deze twee instelpunten. Het apparaat wordt uitgeschakeld
wanneer de kamertemperatuur de doeltemperatuur bereikt.
Werking van de pomp en ruimteverwarming
De pompen (1.7) en (10) zullen werken wanneer er een verwarmingsvraag is van A en/of B. De pomp (23.1) zal werken wanneer
de kamertemperatuur van zone B lager is dan het instelpunt dat is geconfigureerd in de gebruikersinterface. De buiteneenheid zal
beginnen te werken om de gewenste wateraanvoertemperatuur te bereiken.
8.1
8.2
6
7
1.4
8
Codering
FHL 1...n
FCU 1...n
OPMERKING
19
4
A
FCU1
9
10
B
23.1
24
23.2
23
FHL1
Montage-eenheid
7
Vulklep (ter plaatse te voorzien)
8
Dempingsvat (ter plaatse te voorzien)
8.1
Ontluchtingsklep
8.2
Afvoerklep
9
Expansievat (ter plaatse te voorzien)
10
P_o: Buitencirculatiepomp (ter plaatse te voorzien)
11
Verzamelaar / verdeler (ter plaatse te voorzien)
17
Omloopklep (ter plaatse te voorzien)
23
Mengstation (ter plaatse te voorzien)
23.1
P_c: pomp van zone 2 (ter plaatse te voorzien)
23.2
SV3: 3-wegklep (ter plaatse te voorzien)
24
Tw2: Zone 2 wateraanvoertemp. (individuele aankoop)
Vloerverwarmingskring (ter plaatse te voorzien)
Ventilatorconvectoren (ter plaatse te voorzien)
11
17
FCU2
FCUn
11
FHL2
FHLn

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave