FOUTCODE
STORING OF BESCHERMING
De koelmiddeltemperatuursensor
aan de condensoruitlaat (T3)
is defect.
Storing van de
omgevingstemperatuursensor (T4).
Storing van sensor temp. hoog van
dempingsvat (Tbt1).
Storing waterstroom.
Storing sensor aanzuigtemp.
compressor (Th).
Storing sensor afvoertemp.
compressor (Tp).
Storing temperatuursensor
zonnepaneel (Tsolar).
OORZAAK VAN STORING
EN CORRIGERENDE MAATREGEL
1. Controleer de weerstand van de sensor
2. De connector van de T3-sensor zit los. Sluit het opnieuw aan.
3. De connector van de T3-sensor is nat of er zit water in. verwijder
het water, maak de connector droog. Voeg waterdichte lijm toe
4. De T3-sensor is defect, vervang door een nieuwe sensor.
1. Controleer de weerstand van de sensor
2. De connector van de T4-sensor zit los. Sluit het opnieuw aan.
3. De connector van de T4-sensor is nat of er zit water in. verwijder
het water, maak de connector droog. Voeg waterdichte lijm toe
4. De T4-sensor is defect, vervang door een nieuwe sensor.
1. Controleer de weerstand van de sensor.
2. De connector van de Tbt1-sensor zit los, sluit hem opnieuw aan.
3. De connector van de Tbt1-sensor is nat of er zit water in.
Droog de connector en voeg waterdichte lijm toe.
4. De Tbt1-sensor is defect, vervang door een nieuwe sensor.
Controleer of alle afsluitkleppen van het watercircuit volledig open
staan.
1. Controleer of het waterfilter moet worden schoongemaakt.
2. Zie "9.4 Water laden"
3. Zorg ervoor dat er geen lucht in het systeem zit (spoellucht).
4. Controleer op de manometer of er voldoende waterdruk is.
De waterdruk moet >1 bar zijn.
5. Controleer of de instelling van de pompsnelheid op de hoogste
stand staat.
6. Controleer of het expansievat niet stuk is.
7. Controleer of de weerstand in het watercircuit niet te hoog is voor
de pomp (zie "De pompsnelheid instellen").
8. Als deze fout optreedt tijdens het ontdooien (tijdens het verwarmen
van ruimten of het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik),
zorg er dan voor dat de voeding van de back-upverwarming correct
is aangesloten en dat er geen zekeringen zijn doorgebrand.
9. Controleer of de zekering van de pomp en de printplaat (PCB)
niet doorgebrand zijn.
1. Controleer de weerstand van de sensor.
2. De connector van de Th-sensor zit los. Sluit het opnieuw aan.
3. De connector van de Th-sensor is nat of er zit water in.
verwijder het water, maak de connector droog. Voeg waterdichte
lijm toe.
4. De Th-sensor is defect, vervang door een nieuwe sensor.
1. Controleer de weerstand van de sensor.
2. De connector van de Tp-sensor zit los. Sluit het opnieuw aan.
3. De connector van de Tp-sensor is nat of er zit water in.
verwijder het water, maak de connector droog. Voeg waterdichte
lijm toe
4. De Tp-sensor is defect, vervang door een nieuwe sensor.
1. Controleer de weerstand van de sensor.
2. De connector van de Tsolar-sensor zit los, sluit hem opnieuw aan.
3. De connector van de Tsolar-sensor is nat of er zit water in.
Droog de connector en voeg waterdichte lijm toe.
4. De Tsolar-sensor is defect, vervang door een nieuwe sensor.
62