Werking van de circulatiepomp
•
De circulatiepomp (1.7) en (10) zal werken zolang de eenheid is ingeschakeld voor ruimteverwarming.
De circulatiepomp (1.7) zal werken zolang de eenheid aan staat voor het verwarmen van warm water voor huishoudelijk gebruik (DHW).
Ruimteverwarming
•
1) De eenheid (1) zal werken om de gewenste wateraanvoertemperatuur te bereiken die is ingesteld op de bedrade controller.
2) De omloopklep moet zo worden gekozen dat te allen tijde de minimale waterstroom zoals vermeld in 9.4 Waterleidingen
is gegarandeerd.
Verwarming van water voor huishoudelijk gebruik
•
1) Wanneer de modus van verwarming van water voor huishoudelijk gebruik is ingeschakeld (handmatig door de gebruiker of
automatisch via planning), wordt de beoogde temperatuur van het warm water voor huishoudelijk gebruik bereikt door een combinatie
van de spiraal van de warmtewisselaar en de elektrische bijverwarming (wanneer de bijverwarming in de tank is ingesteld op YES (JA)).
2) Wanneer de temperatuur van het warm water voor huishoudelijk gebruik lager is dan het door de gebruiker geconfigureerde instelpunt,
wordt de 3-wegklep geactiveerd om het water voor huishoudelijk gebruik te verwarmen door middel van de warmtepomp. Als er een
grote vraag naar warm water of een hoge warmwatertemperatuur is, kan de hulpverwarming (12.3) voor extra verwarming zorgen.
Zorg ervoor dat u de 3-wegklep correct monteert. Voor meer details raadpleegt u 9.7.6 Aansluiting voor andere componenten/Voor
3-wegklep SV1.
.
De eenheid kan zo worden geconfigureerd dat bij lage buitentemperaturen het water uitsluitend wordt verwarmd door de
bijverwarming. Dit zorgt ervoor dat de volledige capaciteit van de warmtepomp beschikbaar is voor ruimteverwarming.
Details over de configuratie van de tank voor huishoudelijk warm water voor lage buitentemperaturen (T4DHWMIN) zijn te
vinden in 10.7 Lokale instellingen/De DHW-modus instellen.
8.3 Toepassing 3
Toepassing voor ruimtekoeling en -verwarming met een kamerthermostaat die geschikt is voor omschakeling verwarmen/koelen bij
aansluiting op de eenheid. Verwarming vindt plaats via vloerverwarmingskringen en ventilatorconvectoren. Er wordt alleen gekoeld via
de ventilatorconvectoren. Warm water voor huishoudelijk gebruik wordt geleverd via de tank voor huishoudelijk warm water (DHW-tank)
die op de eenheid is aangesloten.
20
1
1.3
1.5 1.6
1.7
1.2
1.1
OPGELET
OPMERKING
.
21
8.1
18
2 3
8.2
6
7
1.4
8
13
12
13
12.1
4
5
T
12.1
12.3
12.2
9
FCU1
10
19
FHL1
-
14
15
16
11
----
FCU2
----
FCUn
11
17
----
FHL2
----
FHLn