10.7.1 DHW MODE SETTING
(INSTELLING DHW-MODUS)
DHW = huishoudelijk warm water
Ga naar MENU > FOR SERVICEMAN (VOOR SERVICEMONTEUR) >
1. DHW MODE SETTING (INSTELLING DHW-MODUS) Druk op OK.
De volgende pagina's worden weergegeven:
1 DHW MODE SETTING (INSTELLING DHW-MODUS)
1.1 DHW MODE (DHW-MODUS)
1.2 DISINFECT (ONTSMETTEN)
1.3 DHW PRIORITY (DHW PRIORITEIT)
1.4 DHW PUMP (DHW-POMP)
1.5 DHW PRIORITY TIME SET
(TIJDSINSTELLING DHW PRIORITEIT)
ADJUST (AANPASSEN)
1 DHW MODE SETTING (INSTELLING DHW-MODUS)
1.6 dT5_ON
1.7 dT1S5
1.8 T4DHWMAX
1.9 T4DHWMIN
1.10 t_INTERVAL_DHW
ADJUST (AANPASSEN)
1 DHW MODE SETTING (INSTELLING DHW-MODUS)
1.11 dT5_TBH_OFF
1.12 T4_TBH_ON
1.13 t_TBH_DELAY
1.14 T5S_DI
1.15 t_DI HIGHTEMP.
ADJUST (AANPASSEN)
1 DHW MODE SETTING (INSTELLING DHW-MODUS)
1.16 t_DI_MAX
1.17 t_DHWHP_RESTRICT
1.18 t_DHWHP_MAX
1.19 DHWPUMP TIME RUN (LOOPTIJD DHW-POMP)
1.20 PUMP RUNNING TIME (LOOPTIJD POMP)
ADJUST (AANPASSEN)
1 DHW MODE SETTING (INSTELLING DHW-MODUS)
1.21 DHW PUMP DI RUN
ADJUST (AANPASSEN)
10.7.2 COOL MODE SETTING (INSTELLING
KOELMODUS)
Ga naar MENU > FOR SERVICEMAN (VOOR SERVICEMONTEUR) >
2. COOL MODE SETTING (INSTELLING KOELMODUS) Druk op OK.
De volgende pagina's worden weergegeven:
2 COOL MODE SETTING
(INSTELLING KOELMODUS)
2.1 COOL MODE (KOELMODUS)
2.2 t_T4_FRESH_C
2.3 T4CMAX
2.4 T4CMIN
2.5 dT1SC
ADJUST (AANPASSEN)
2 COOL MODE SETTING
(INSTELLING KOELMODUS)
2.6 dTSC
2.7 t_INTERVAL_C
2.8 T1SetC1
2.9 T1SetC2
2.10 T4C1
ADJUST (AANPASSEN)
1/5
YES
(JA)
YES
(JA)
YES
(JA)
YES
(JA)
NON
(NEE)
2/5
5
°C
10 °C
43 °C
-10 °C
5 MIN
(5 MINUTEN)
3/5
5
°C
5 °C
30 MIN
(30 MINUTEN)
65 °C
15 MIN
(15 MINUTEN)
4/5
210
MIN
(210 MINUTEN)
30 MIN
(30 MINUTEN)
120 MIN
(120 MINUTEN)
YES (JA)
5 MIN
(5 MINUTEN)
5/ 5
1/3
YES (JA)
2.0HRS
(2 UUR)
43 °C
20 °C
5 °C
2/3
2
°C
5MIN
(5 MINUTEN)
10 °C
16 °C
35 °C
47
2 COOL MODE SETTING
(INSTELLING KOELMODUS)
2.11 T4C2
2.12 ZONE1 C-EMISSION (C-EMISSIE ZONE 1)
2.13 ZONE2 C-EMISSION (C-EMISSIE ZONE 2)
ADJUST (AANPASSEN)
10.7.3 HEAT MODE SETTING
(INSTELLING VERWARMINGSMODUS)
Ga naar MENU > FOR SERVICEMAN (VOOR SERVICEMONTEUR)
> 3. HEAT MODE SETTING (INSTELLING VERWARMINGSMODUS)
Druk op OK. De volgende pagina's worden weergegeven:
3 HEAT MODE SETTING
(INSTELLING VERWARMINGSMODUS)
3.1 HEAT MODE (VERWARMINGSMODUS)
3.2 t_T4_FRESH_H
3.3 T4HMAX
3.4 T4HMIN
3.5 dT1SH
ADJUST (AANPASSEN)
3 HEAT MODE SETTING
(INSTELLING VERWARMINGSMODUS)
3.6 dTSH
3.7 t_INTERVAL_H
3.8 T1SetH1
3.9 T1SetH2
3.10 T4H1
ADJUST (AANPASSEN)
3 HEAT MODE SETTING
(INSTELLING VERWARMINGSMODUS)
3.11 T4H2
3.12 ZONE1 H-EMISSION (H-EMISSIE ZONE 1)
3.13 ZONE2 H-EMISSION (H-EMISSIE ZONE 2)
3.14 t DELAY PUMP (t VERTRAGING POMP)
ADJUST (AANPASSEN)
10.7.4 AUTO MODE SETTING (INSTELLING
AUTOMATISCHE MODUS)
Ga naar MENU > FOR SERVICEMAN (VOOR SERVICEMONTEUR)
> 4. AUTO MODE SETTING (INSTELLING AUTOMATISCHE
MODUS) Druk op OK, de volgende pagina wordt weergegeven:
4 AUTO. MODE SETTING
(INSTELLING AUTOMATISCHE MODUS)
4.1 T4AUTOCMIN
4.2 T4AUTOHMAX
ADJUST (AANPASSEN)
10.7.5 TEMP. TYPE SETTING (INSTELLING
TEMP. TYPE)
De TEMP. TYPE SETTING (INSTELLING TEMP. TYPE) wordt
gebruikt om te selecteren of de wateraanvoertemperatuur of
de kamertemperatuur wordt gebruikt om de AAN/UIT van de
warmtepomp te regelen.
Wanneer ROOM TEMP. (KAMERTEMP.) is ingeschakeld, wordt
de gewenste wateraanvoertemperatuur berekend op basis van
klimaatgerelateerde curven (zie 10.1 "Klimaatgerelateerde curven").
Invoer van TEMP. TYPE SETTING (INSTELLING TEMP. TYPE)
Ga naar MENU > FOR SERVICEMAN (VOOR SERVICEMONTEUR)
> 5. TEMP. TYPE SETTING (INSTELLING TEMP. TYPE). Druk op
OK. De volgende pagina wordt weergegeven:
5 TEMP. TYPE SETTING
(INSTELLING TEMP. TYPE)
5.1 WATER FLOW TEMP.
(WATERAANVOERTEMP.)
5.2 ROOM TEMP. (KAMERTEMP.)
5.3 DOUBLE ZONE (DUBBELE ZONE)
ADJUST (AANPASSEN)
3/3
25
°C
FCU
FLH
1/3
YES (JA)
2.0HRS
(2 UUR)
16 °C
-15 °C
5 °C
2/3
2
°C
5MIN
(5 MINUTEN)
35 °C
28 °C
-5 °C
3/3
7
°C
RAD.
FLH
2 MIN
(2 MINUTEN)
25
°C
17 °C.
YES (JA)
NON (NEE)
NON (NEE)