10
10.4
Referentiepunten definiëren
In de handbediening kunt u de referentiepunten van een werkstuk definiëren via
de volgenden methoden:
Tasten van een werkstuk met een gereedschap ('aanraken'). Hierbij moet u de
betreffende gereedschapspositie definiëren als referentiepunt.
Positie benaderen en als referentiepunt vastleggen of positiewaarde over-
schrijven
Voorwaarde:
Er is een werkstuk ingespannen op de gereedschapsmachine
De referentiepunten van de assen zijn vastgelegd
10.4.1
Referentiepunten aanraken
174
Het is mogelijk dat de insteller (Setup) reeds instellingen in de
referentiepunttabel heeft aangebracht.
"Referentiepunttabel maken", Pagina 150
Verdere informatie:
Tijdens het tasten ('aanraken') met een gereedschap maakt het
apparaat gebruik van de parameters die zijn opgeslagen in de
gereedschapstabel.
Verdere informatie:
"Gereedschapstabel maken", Pagina 146
In het hoofdmenu op Handbediening tikken
De gebruikersinterface voor handbediening wordt
weergegeven
In de statusbalk op Additionele functies tikken
In de dialoog op Referentiepunten tikken
De dialoog Referentiepuntgegevens vastleggen wordt
geopend
Het gereedschap naar de gewenste positie verplaatsen
Op Positie onthouden tikken
De huidige positie van het gereedschap wordt opgeslagen
Het gereedschap naar een veilige positie terugtrekken
In de invoervelden de gewenste positiegegevens invoeren
In de wizard op Bevestigen tikken
De dialoog Referentiepunt selecteren wordt geopend
In het invoerveld Geselecteerd referentiepunt het
gewenste referentiepunt selecteren:
Om een bestaand referentiepunt te overschrijven, een
item in de referentiepunttabel selecteren
Om een nieuw referentiepunt aan te maken, een nog niet
toegekend nummer invoeren in de referentiepunttabel en
met RET bevestigen
In de wizard op Bevestigen tikken
De getaste coördinaten worden als referentiepunt
overgenomen
Handbediening | Referentiepunten definiëren
HEIDENHAIN | ND 7000 | Bedieningshandleiding Draaien | 07/2021