8
8.3.2
Bewerkingsprocessen voorbereiden
Afhankelijk van het gebruiksdoel kan de insteller (Setup) het apparaat
voorbereiden voor een speciale bewerkingsprocedure door gereedschaps- en
referentiepunttabellen te genereren.
Gereedschapstabel maken
Normaal gesproken houdt u bij het invoeren van de coördinaten de maten aan van
het werkstuk in de tekening.
U moet de gereedschapscoördinaat X en de gereedschapscoördinaat Z van het
gebruikte draaigereedschap invoeren. U kunt de gereedschappen met de functie
Gereedschapsgegevens vastleggen direct aan de draaibank inmeten.
Vanuit de statusbalk hebt u toegang tot de gereedschapstabel die de specifieke
parameters voor elk gebruikt gereedschap bevat. Het apparaat kan maximaal 99
gereedschappen opslaan in de gereedschapstabel.
1
Gereedschapstype
2
Gereedschapsdiameter
3
Gereedschapslengte
Gereedschapstabel bewerken
4
Gereedschapsparameters
U kunt de volgende parameters definiëren:
Beschrijving
Gereedschaptype
Aanduiding waarmee het
gereedschap eenduidig wordt
geïdentificeerd
146
De volgende handelingen kunnen ook door gebruikers van het type
Operator worden uitgevoerd.
1
4
Parameter
Gereedschapscoördi-
naat X
Punt van de snijkant
van het gereedschap
in de Z-as
Instellen | Afzonderlijke stappen voor het instellen
2
3
Gereedschapscoördi-
naat Z
Punt van de snijkant
van het gereedschap
in de X-as
HEIDENHAIN | ND 7000 | Bedieningshandleiding Draaien | 07/2021