7
7.7.3
Assen configureren voor meetsystemen met 1 V
interface
102
Het instellen verloopt bij alle assen op dezelfde wijze. Hieronder wordt
de procedure als voorbeeld voor een as beschreven.
In het hoofdmenu op Instellingen tikken
Op Assen tikken
Op de asnaam of eventueel op Niet gedef. tikken
Eventueel in de drop-downlijst Asnaam de asnaam voor de as
selecteren
Op Astype tikken
Astype As selecteren
Om terug te gaan naar de vorige weergave, op Terug tikken
Op Encoder tikken
In de drop-downlijst Meetsysteemingang de aansluiting
instellen voor het betreffende meetsysteem:
X1
X2
X3
In de drop-downlijst Incrementeel signaal het type
incrementeel signaal selecteren:
1 Vpp: sinusvormig spanningssignaal
11 µA: sinusvormig stroomsignaal
In de drop-downlijst Meetgereedschap type het type
meetsysteem selecteren:
Lengtemeetsysteem: lineaire as
Hoekmeetsysteem: roterende as
Hoekmeet- als lengtemeetsysteem: roterende as wordt
weergegeven als lineaire as
Afhankelijk van de selectie verdere parameters invoeren:
Bij Lengtemeetsysteem de Signaalperiode invoeren
(zie " Lengtemeetsystemen", Pagina 99)
Bij Hoekmeetsysteem het Aantal strepen invoeren (zie
"Hoekmeetsystemen en impulsgevers", Pagina 99)
of in het leerproces bepalen (zie "Aantal strepen per
omwenteling bepalen", Pagina 104)
Bij Hoekmeet- als lengtemeetsysteem het Aantal
strepen en de Mechanische overzetting invoeren
Ingevoerde gegevens telkens met RET bevestigen
Bij Hoekmeetsysteem eventueel de Weergavemodus
selecteren
Op Referentiemerken tikken
In de drop-downlijst Referentiemerk het referentiemerk
selecteren:
Inbedrijfstelling | Assen configureren
- of 11 µA
pp
pp
HEIDENHAIN | ND 7000 | Bedieningshandleiding Frezen | 07/2021
-