Belangrijk: Het carter nooit te vol vullen met
olie. Hierdoor kan de motor worden beschadigd.
Motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen.
2. Verwijder het oliefilter (Figuur 49).
1. Oliefilter
3. Veeg het oppervlak van de pakking voor het
filtertussenstuk schoon.
4. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter.
5. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk. Draai
het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het
filter vervolgens nog eens 1/2 slag (Figuur 49).
6. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
Olie verversen, stappen 8 tot en met 10.
7. Het gebruikte oliefilter afgeven bij een erkende
inzamelplaats.
Bougies vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Type: Champion RC-12YC (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u
de bougies monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougies en een voelermaat
voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Bougie verwijderen
1. Stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit,
zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
Figuur 49
2. Filtertussenstuk
2. Maak de vergrendeling op de achterzijde van de
bestuurdersstoel los en klap deze naar voren.
3. Maak de kabels los van de bougies (Figuur 50).
4. Maak de omgeving van de bougie schoon om te
voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
5. Verwijder de bougies en de metalen pakkingringen.
1. Bougiekabel
Bougies controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougies (Figuur 51).
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor
naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt
meestal op een vuil luchtfilter.
Belangrijk: Bougies nooit schoonmaken.
Bougies altijd vervangen bij een zwarte laag op
de bougie, versleten elektroden, een vettige laag
op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode
en de massa-elektrode (Figuur 51) en verbuig de
massa-elektrode als de afstand niet correct is.
45
Figuur 50
2. Bougie