14. Herhaal stappen 11 tot en met 13 voor de andere
spuitbomen.
15. Laat de machine rijden met de gewenste snelheid
terwijl u spuit, en schakel de spuitbomen een voor
een uit. De druk die de meter aangeeft, mag niet
veranderen.
Pomp
De pomp bevindt zich bij de voorkant van de tank,
rechts (Figuur 29).
Figuur 29
1. Pomp
2. Smeernippel
Luchtdruk in demper instellen
De luchtdruk in de demper op de pomp is in de fabriek
ingesteld op 1 bar (15 psi). Deze wordt aanbevolen
voor een spuitdruk van spuitdoppen tussen 1,3 bar (20
psi) en 3 bar (45 psi). Indien een andere druk is vereist,
moet u de drukdemper instellen op de aangegeven
waarde.
Spuitdop
2,7 bar/40 psi
Transport van de
spuitmachine
Om de machine over grote afstanden te verplaatsen,
moet u een aanhanger gebruiken. Zet de machine
goed vast op de aanhanger. Figuur 30 toont de voorste
bevestigingspunten.
3. Drukdemper
Demper
0,8-0,9 bar/12-14 psi
1. Bevestigingspunten
De achterste bevestigingspunten zijn twee stalen ogen
onder de achterkant van het chassis vlak voor het
verstelbare boomframe.
De spuitmachine slepen
In noodgevallen kan de spuitmachine over een korte
afstand worden gesleept. Toro adviseert echter hiervan
geen standaard procedure te maken.
Als u het voertuig bij een te hoge snelheid
sleept, kunt u de macht over het stuur verliezen.
Dit kan letsel veroorzaken.
Sleep de machine nooit sneller dan 8 km per
uur.
De machine moet worden gesleept door twee personen.
Als de machine over een grote afstand moet worden
getransporteerd, dient dit te gebeuren op een truck of
een oplegger; zie Transport van de spuitmachine.
1. Bevestig een sleepkabel aan het chassis.
2. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en zet de
parkeerrem vrij.
3. Sleep de machine niet sneller dan 8 km per uur.
34
Figuur 30