3. Druk net zolang op de kalbratieknop totdat "CAL"
op de monitor verschijnt en het rode lampje op de
monitor gaat branden.
4. Draai de keuzeschijf op Maateenheden.
5. Gebruik de kalibratieknoppen Verhogen of
Verminderen om de gewenste maateenheden te
kiezen.
6. Druk op de kalibratieknop totdat het rode lampje
dooft. U kunt de kalibratiemodus ook verlaten door
te gaan rijden met de spuitmachine.
Vloeistofstroommeter kalibreren
Opmerking: U moet deze kalibratieprocedure
uitvoeren telkens als de spuitdoppen worden vervangen,
om de grootste nauwkeurigheid te verkrijgen.
De monitor van de vloeistofstroommeter van de Spray
Pro is in de fabriek globaal gekalibreerd. Om de
kalibratie van de vloeistofstroommeter te verfijnen, gaat
u als volgt te werkt:
1. Stel de parkeerrem in werking.
2. Vul de tank van de spuitmachine met een afgemeten
hoeveelheid water, minstens 380 liter.
Opmerking: Ga niet uit van de markeringen
op de zijkant van de tank om het water voor deze
procedure af te meten. Dit zijn globale maten, die
niet nauwkeurig genoeg zijn voor deze kalibratie.
3. Zet de pompschakelaar op Aan om de pomp in
werking te stellen.
4. Zet de hendels van alle 3 spuitbomen en de
hoofdhendel van het spuitsysteem op AAN. Stel de
spuitbomen in werking totdat er geen lucht meer
in de leiding zit en schakel ze daarna uit met de
hoofdhendel.
Belangrijk: Om het volume nauwkeurig te
registreren, moeten de kleppen van alle drie
spuitbomen zijn ingeschakeld tijdens deze
procedure. Schakel de spuitbomen uit met
de hoofdhendel. De spuitmachine kan het
kalibratievolume niet nauwkeurig registreren
als een van de kleppen van de spuitbomen is
uitgeschakeld.
5. Draai de keuzeschijf op Kalibratievolume.
6. Druk net zolang op de Kalibratieknop terugstellen
totdat "0" op het scherm verschijnt.
7. Zet de hoofdhendel in de Aan-stand en stel de
spuitbomen in werking totdat al het water uit de
tank is, en schakel ze daarna uit met de hoofdhendel.
8. Vergelijk de hoeveelheid water die wordt
weergegeven op de monitor, met de hoeveelheid
water waarmee u de tank hebt gevuld.
• Als de hoeveelheden gelijk zijn, hoeft u de
monitor niet verder te kalibreren.
• Als de hoeveelheden verschillen, gaat u verder
met de rest van de procedure.
9. Draai de keuzeschijf op Kalibratie van
Vloeistofstroommeter.
10. Druk net zolang op de kalbratieknop totdat het
rode lampje op de monitor gaat branden.
Het scherm zal afwisselend de kalibratiewaarde van
de vloeistofstroommeter (aangegeven met "CAL"
op de monitor) en het kalibratievolume laten zien.
11. Als het kalibratievolume wordt getoond, wijzigt
u deze met behulp van de knoppen Verhogen of
Verminderen in de hoeveelheid water waarmee u
de tank hebt gevuld.
12. Als het scherm opnieuw afwisselend
bovengenoemde waarden laat zien, is de
kalibratiewaarde van de vloeistofstroom gewijzigd;
schrijf dit cijfer op en bewaar het. Dit is de
kalibratiewaarde van uw spuitmachine.
13. Druk op de kalibratieknop totdat het rode lampje
dooft. U kunt de kalibratiemodus ook verlaten door
te gaan rijden met de spuitmachine.
De snelheidssensor kalibreren
De snelheidssensor van de Spray Pro is in de fabriek
globaal gekalibreerd. Om de kalibratie van de
snelheidssensor te verfijnen, gaat u als volgt te werkt:
1. Controleer alle banden en breng deze op spanning;
zie Bandenspanning controleren in het hoofdstuk
Onderhoud van het aandrijfsysteem.
2. Vul de schoonwatertank.
3. Vul de tank van de spuitmachine voor de helft met
water.
4. Kies een recht, vlak stuk grond dat overeenkomt
met de omstandigheden van uw gazon.
Opmerking: Een weg of ander verhard oppervlak
is minder geschikt, omdat dit kan leiden tot
onnauwkeurige waarden als u met de spuitmachine
op een gazon rijdt.
5. Meet een afstand van ongeveer 150 meter af en
markeer het begin- en het eindpunt.
6. Plaats de spuitmachine op het beginpunt.
32