Opnameresultaten
In de vergrote weergave worden de sluitertijd en diafragmawaarde in het oranje
weergegeven. Als u de foto in de vergrote weergave maakt, is het mogelijk dat de
belichting niet naar wens is. Keer naar de normale weergave terug voordat u een
foto maakt.
Het beeld wordt vastgelegd met het opnamegebied van de normale weergave, ook
als u het beeld vastlegt in de vergrote weergave.
Beelden en weergave
Bij weinig of juist heel fel licht wordt in het weergegeven beeld mogelijk niet de
helderheid van de daadwerkelijke opname weergegeven.
Hoewel er bij beelden bij weinig licht (zelfs bij lage ISO-snelheden) ruis zichtbaar
kan zijn, zal er minder ruis in uw foto's zijn vanwege verschillen in beeldkwaliteit
tussen weergegeven beelden en vastgelegde beelden.
Het scherm of de belichtingswaarde kan flikkeren als de lichtbron (verlichting)
verandert. Stop in dat geval tijdelijk met opnemen en ga door met de gewenste
lichtbron.
De juiste weergave van de helderheid kan tijdelijk ontbreken als de camera in een
andere richting wordt gericht. Wacht met het maken van opnamen totdat het
helderheidsniveau is gestabiliseerd.
Als zich een zeer felle lichtbron in beeld bevindt, kan het heldere gedeelte op het
scherm zwart lijken. Op het vastgelegde beeld zelf wordt het heldere gedeelte wél
goed weergegeven.
Bij weinig licht kunnen heldere instellingen voor [ : Schermhelderheid] of [ :
Zoekerhelderheid] ruis of onregelmatige kleuren in beelden veroorzaken. De ruis
of onregelmatige kleuren worden echter niet in op het vastgelegde beeld
opgeslagen.
Wanneer u het beeld vergroot, lijkt dit mogelijk scherper dan het daadwerkelijke
beeld.
Aangepaste functies
Sommige persoonlijke voorkeuzes zijn niet beschikbaar (sommige instellingen
hebben geen effect).
Lens
Ook wanneer u de ontspanknop niet half indrukt, is de Image Stabilizer
(Beeldstabilisatie) altijd actief wanneer u een EF-M-lens gebruikt terwijl [IS modus]
in [
: IS (beeldstabilisatie)-modus] ingesteld is op [Aan] of wanneer u een EF-
of EF-S-lens gebruikt terwijl de schakelaar voor Image Stabilizer (Beeldstabilisatie)
ingesteld is op <
De Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) gebruikt accustroom en kan het maximum
aantal beschikbare opnamen doen afnemen, afhankelijk van de
opnameomstandigheden. Wanneer de Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) niet
nodig is, bijvoorbeeld bij gebruik van een statief, wordt aanbevolen dat u de
schakelaar voor Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) op <
Met EF-lenzen is de voorinstelling van de scherpte tijdens opnamen alleen
beschikbaar bij het gebruik van (super) telelenzen voorzien van deze functie en op
de markt gebracht in en na de tweede helft van 2011.
>.
299
> zet.