Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
5. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
6. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
Herhaal deze procedure voor elke melder.
Indien het groepsnummer buiten het geldige bereik valt dat is bepaald door de
overeenkomstige eerste groep en het aantal lussen van de brandmeldcentrale,
wordt de bewerking niet voltooid en een ongeldig groep nummer op de LCD
weergegeven.
Algemene configuratie
Selecteer Algemene config om de eerste groep, de eerste groep voor een
groep-LED-indicator (als een optionele groepsindicatorkaart geïnstalleerd is),
het maximum aantal groepen die getest worden en het aantal globale groepen te
configureren. De standaardinstellingen worden in de onderstaande tabel
weergegeven.
Tabel 43: Algemene groepsonfiguratie opties
Optie
Zet groep nummer naar Configureert de eerste groep in het
Wijs 1e GI LED toe aan
groep
Max. aantal groepen
in test
Aantal globale groepen
Ga als volgt te werk om de configuratie te wijzigen:
1. Selecteer Installatie setup in het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Groep config.
2. Selecteer Algemene config.
3. Voer de vereiste configuratiewijzigingen uit.
4. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
5. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
92
Beschrijving
brandmeldsysteem. Zie "Eerste groep" op
pagina 93 voor meer informatie.
Configureert de eerste groep-LED voor een
geïnstalleerde groep-LED-indicatorkaart.
Zie "Indicatie-LED eerste groep" op pagina 93
voor meer informatie.
Configureert het maximum aantal groepen die
tegelijkertijd getest kunnen worden.
Configureert het aantal globale groepen.
Zie "Aantal globale groepen" op pagina 93
voor meer informatie.
Standaardwaarde
1
1
4
512
2X Series Installatiehandleiding