Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Ga als volgt te werk om de TCP/IP-instellingen te wijzigen:
1. Selecteer Pnl instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Communicatie.
2. Selecteer TCP/IP.
3. Voer IP-adres, subnetmasker, gateway en poortgegevens in.
4. Om directe e-mailondersteuning in te schakelen, schakelt u Direct in en voert
u het IP-adres van de DNS-server in.
5. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
6. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
Opmerking:
Indien uw netwerk wordt beschermd door een firewall, moet de
poortconfiguratie in uw firewall eveneens worden bijgewerkt om lokale
communicatie met externe software mogelijk te maken.
E-mailaccounts
Selecteer E-mail account om de e-mailaccounts te beheren voor externe controle
en om het melden van gebeurtenissen te configureren die naar elk e-mailadres
worden gestuurd. Voor een juiste werking moeten de TCP/IP- en
e-mailserverdetails zijn geconfigureerd (zie "E-mail server" hieronder).
Opmerking:
Onderhoudsgebruikers kunnen ook instellingen voor deze service
wijzigen.
Ga als volgt te werk om e-mailaccounts te beheren:
1. Selecteer Communicatie in het hoofdmenu.
2. Selecteer E-mail account en selecteer vervolgens de account die u wilt
bewerken (de standaardnamen zijn Account 1, Account 2, enz.).
3. Schakel de meldingen die in de e-mail opgenomen moeten worden in:
alarmgebeurtenissen, storingsgebeurtenissen, conditiegebeurtenissen,
logboekgebeurtenissen of rapporten.
Als er geen meldingen ingeschakeld worden, wordt de meldingsservice niet
geactiveerd.
4. Geef het e-mailadres op dat is gekoppeld aan de e-mailaccount.
5. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
6. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
70
2X Series Installatiehandleiding