Hoofdstuk 2: Installatie
Uitgangspolariteit
Alle uitgangen zijn polariteitgevoelig. Houd rekening met de polariteit of installeer
een diodetype 1N4007 of een soortgelijke diode om omgekeerde
activeringsproblemen als gevolg van supervisie van omgekeerde polariteit te
voorkomen.
Externe apparaten aansluiten
Sluit externe apparaten aan op 24 V AUX zoals in Afbeelding 12 op pagina 28
wordt aangegeven.
Configureerbare uitgangen
Het aantal configureerbare uitgangen is afhankelijk van het model centrale, zoals
hieronder wordt getoond.
Tabel 13: Configureerbare uitgangen voor centrales [1]
Centrale
Centrale met één lus
Centrale met twee lussen 4 (OUT1 t/m OUT4)
Centrale met twee lussen
en lusuitbreidingskaart
[1] Herhaalpanelen beschikken niet over configureerbare uitgangen.
Configureerbare opties voor elke uitgang zijn als volgt:
•
Signaalgeveruitgang (standaardinstelling)
•
Doormelduitgang
•
Besturingsapparaatuitgang
•
Programmeeroptie
•
Brandmelduitgang
•
Storingsuitgang
Zie "Veldconfiguratie" op pagina 89 voor configuratie van de uitgang.
Configureerbare uitgangen aansluiten
Sluit Klasse B configureerbare uitgangen aan zoals wordt getoond in
Afbeelding 12 op pagina 28. Sluit Klasse A configureerbare uitgangen aan zoals
wordt getoond in Afbeelding 13 op pagina 29.
Gebruik bij het aansluiten van signaalgevers en flitslichten alleen modellen die op
de compatibiliteitslijst staan die bij uw centrale is geleverd.
Brandmeld- en foutuitgangen aansluiten
Sluit de uitgangen BRAND UIT BEWAAKT en FOUT UIT BEWAAKT aan zoals
wordt getoond in Afbeelding 12 op pagina 28. Er is een einde lusweerstand van
15 kΩ vereist.
34
Configureerbare uitgangen
(Klasse B)
2 (OUT1 en OUT2)
8 (OUT1 t/m OUT8)
Configureerbare uitgangen
(Klasse A)
1 (OUT1/OUT2)
2 (OUT1/OUT2 en OUT3/OUT4)
4 (OUT1/OUT2, OUT3/OUT4,
OUT5/OUT6 en OUT7/OUT8)
2X Series Installatiehandleiding