3.14.2
Ingebruikname
3.14.2.1 Eerste inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling wordt uitgevoerd door de vakwerkplaats. Deze voert ook de montage van het
werktuig en een functiecontrole uit.
Door gespecialiseerde werkplaats laten instrueren en evt. onduidelijkheden laten verklaren.
Gebruiksaanwijzing voor het eerste gebruik lezen.
Controleer alle functies van het werktuig zonder lading.
Controleer de correcte werking van het werktuig onder alle bedrijfsomstandigheden.
Het werktuig is af fabriek gemonteerd. Alleen de voedingsleidingen moeten voor de eerste
inbedrijfstelling nog worden gemonteerd.
Voedingsleidingen monteren:
(1) Monteer 2 voedingsleidingen aan het
90°-einde met telkens 1 schroefkoppeling
aan de hydraulische cilinder.
(2) Monteer de hydraulische koppelingen aan
het andere einde van de slangleidingen.
(3) Alleen bij schroef- of steekkoppelingen:
Steek de rode beschermkappen op de
koppelingsmoffen van de rechter
slangleiding (openen-functie).
Steek de blauwe beschermkappen op de
koppelingsmoffen van de linker
slangleiding (sluiten-functie).
(4) Bundel de slangleidingen met kabelbinders.
De voedingsleidingen zijn gemonteerd.
3.14.2.2 Controle voor elke inbedrijfstelling
Zie 3.1.2.2 Controle voor elke inbedrijfstelling
3.14.2.3 Montage van het werktuig
Het werktuig is voorzien voor montage aan een Euro-wisselframe.
Neem hiervoor de beschrijving en de waarschuwingsaanwijzingen voor het opnemen van
werktuigen en het bedienen van de werktuig-vergrendeling in acht in de gebruiksaanwijzing van de
frontlader.
Hydraulische aansluiting
Sluit de hydraulische slangen via de hydraulische koppelingen op de aansluitingen van het
3e stuurcircuit aan.
67
2
2
3
3
4
4
6
6
5
5
Fig. 58
Voedingsleidingen aansluiten
Legenda
1
Hydraulische cilinder
2
Slangleidingen
3
Hydraulische koppelingen (schroef-/
steekkoppelingen)
4
Blauwe beschermkap
5
Rode beschermkap
6
Hydraulische koppelingen (werktuig-fix)
B57WZ2 0000000099 NL 003
WERKTUIGEN
1
1
B03Z