3.4.2
Ingebruikname
3.4.2.1 Eerste inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling wordt uitgevoerd door de vakwerkplaats. Deze voert ook de montage van het
werktuig en een functiecontrole uit.
Door gespecialiseerde werkplaats laten instrueren en evt. onduidelijkheden laten verklaren.
Gebruiksaanwijzing voor het eerste gebruik lezen.
Controleer alle functies van het werktuig zonder lading.
Controleer de correcte werking van het werktuig onder alle bedrijfsomstandigheden.
Het werktuig is af fabriek gemonteerd. De hydraulische leidingen en de maïstanden (optie) moeten voor
de eerste inbedrijfstelling nog worden gemonteerd.
1
1
2
2
Fig. 19
Eerste inbedrijfstelling voorbereiden
Legenda
1
Bovenste aansluiting
2
Onderste aansluiting
3
Buisklemmen
4
T-aansluitingen
Hydraulische leidingen monteren (aan beide zijden van het werktuig):
(1) Schroef de schroefkoppeling vast aan de bovenste aansluiting van de hydraulische cilinder.
(2) Sluit de kortere hydraulische slang met 45°-einde aan op de schroefkoppeling.
(3) Sluit de langere hydraulische slang aan op de onderste aansluiting.
(4) Verbind de hydraulische leidingen met de T-aansluitingen.
Let op de correcte toewijzing van de slangleidingen:
De beide bovenste uiteinden van de hydraulische cilinders moeten met elkaar verbonden zijn.
De beide onderste uiteinden van de hydraulische cilinders moeten met elkaar verbonden zijn.
33
3
3
5
5
6
6
7
7
8
8
3
3
2
2
5
Hydraulische koppelingen (schroef-/
steekkoppelingen)
6
Rode beschermkap
7
Blauwe beschermkap
8
Hydraulische koppelingen (werktuig-fix)
B57WZ2 0000000099 NL 003
WERKTUIGEN
4
4
3
3
1
1
3
3
B036