Persoonlijke records
Bij het voltooien van een activiteit worden op het toestel
eventuele nieuwe persoonlijke records weergegeven die u
tijdens deze activiteit hebt gevestigd. Tot de persoonlijke
records behoren uw snelste tijd over verschillende
standaardloopafstanden, en de langste hardloopsessie, rit of
zwemafstand.
Uw persoonlijke records weergeven
1
Houd het aanraakscherm ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Records.
3
Selecteer een sport.
4
Selecteer een record.
5
Selecteer Bekijk record.
Een persoonlijk record herstellen
U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
1
Houd het aanraakscherm ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Records.
3
Selecteer een sport.
4
Selecteer een record om te herstellen.
5
Selecteer Vorige > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Een persoonlijk record verwijderen
1
Houd het aanraakscherm ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Records.
3
Selecteer een sport.
4
Selecteer een record om te verwijderen.
5
Selecteer Wis record > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Alle persoonlijke records verwijderen
1
Houd het aanraakscherm ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Records.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
3
Selecteer een sport.
4
Selecteer Wis alle records > Ja.
Alleen de records voor die sport worden verwijderd.
Navigatie
Gebruik de GPS-navigatiefuncties van uw toestel om locaties op
te slaan, naar locaties te navigeren en uw weg naar huis te
vinden.
Uw locatie bewaren
Voordat u naar een opgeslagen locatie kunt navigeren, dient uw
toestel satellieten te zoeken.
Een locatie is een punt dat u vastlegt en in het toestel opslaat.
Als u oriëntatiepunten wilt onthouden of wilt terugkeren naar een
bepaald punt, markeer dan de locatie op de kaart.
1
Ga naar de plaats waar u een locatie wilt markeren.
2
Druk op de knop.
3
Selecteer Navigeer > Locatie opslaan.
De locatiegegevens worden weergegeven als het toestel
GPS-signalen ontvangt.
4
Selecteer Sla op.
5
Selecteer een pictogram.
16
Een locatie verwijderen
1
Druk op de knop.
2
Selecteer Navigeer > Opgeslagen locaties.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Wis > Ja.
Naar een opgeslagen locatie navigeren
Voordat u naar een opgeslagen locatie kunt navigeren, dient uw
toestel satellieten te zoeken.
1
Druk op de knop.
2
Selecteer Navigeer > Opgeslagen locaties.
3
Selecteer een locatie en selecteer Ga naar.
4
Druk op de knop om de timer te starten.
5
Beweeg naar voren.
Het kompas wordt weergegeven. De kompaspijl wijst naar de
opgeslagen locatie.
TIP: Voor nauwkeurigere navigatie richt u de bovenzijde van
het scherm in de richting waarin u zich voortbeweegt.
Terug naar startlocatie navigeren
Voordat u terug kunt navigeren naar uw startlocatie, moet u
satellieten zoeken, de timer starten en uw activiteit starten.
U kunt tijdens uw activiteit op elk gewenst moment terugkeren
naar uw startlocatie. Als u bijvoorbeeld hardloopt in een nieuwe
stad en de weg terug naar het vertrekpunt of het hotel niet meer
weet, kunt u terug navigeren naar uw startlocatie. Deze functie
is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
1
Houd het aanraakscherm ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Ga naar start.
Het kompas wordt weergegeven.
3
Beweeg naar voren.
De pijl van het kompas wijst naar uw startpunt.
TIP: Voor nauwkeurigere navigatie kunt u uw toestel in de
richting draaien waarin u navigeert.
Stoppen met navigeren
• Houd uw vinger op het aanraakscherm en selecteer
Navigatie stoppen om te stoppen met navigeren en door te
gaan met uw activiteit.
• Druk op de knop en selecteer OK om te stoppen met
navigeren en uw activiteit te beëindigen.
Kompas
Het toestel is voorzien van een kompas met drie assen en
automatische kalibratie. De kompasfuncties en -weergave
veranderen op basis van uw activiteit, of GPS is ingeschakeld
en of u naar een bestemming navigeert.
Het kompas handmatig kalibreren
Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet
in de buurt bevindt van objecten die invloed uitoefenen op
magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of
elektriciteitskabels.
Het toestel is al gekalibreerd in de fabriek en het maakt
standaard gebruik van automatische kalibratie. Als uw kompas
niet goed werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt
afgelegd of na extreme temperatuurveranderingen, kunt u het
handmatig kalibreren.
1
Houd het aanraakscherm ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Sensoren en accessoires >
Kompas > Kalibreer > Start.
LET OP
Navigatie