De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn omdat
enveloppen niet overal even dik zijn. Druk een of twee enveloppen
af om de afdrukkwaliteit te controleren. Als de afdruk te licht is, moet
u de afdrukdichtheid aanpassen zoals wordt beschreven in
"Gebrekkige afdrukkwaliteit" op pagina 212.
Gebruik geen vensterenveloppen tenzij deze speciaal zijn
ontworpen voor laserprinters. Het plastic van de meeste soorten
vensterenveloppen smelt wanneer het in contact komt met de
hete fixeereenheid.
Zwaar papier
U kunt vijf tot tien vellen zwaar papier in de MP-lade plaatsen.
Bepaalde soorten zwaar papier moet u echter vel voor vel invoeren.
Gebruik zwaar papier met een gewicht tussen 90 en 163 g/m².
Als u op zwaar papier wilt afdrukken, moet u de instelling
Paper Type op het tabblad Basic Settings (Windows) of het
dialoogvenster Basic Settings (Macintosh) in de printerdriver
wijzigen. Kies Thick Narrow (Windows) of Thick[N] (Macintosh)
voor zwaar papier dat minder dan 188 mm breed is.
Kies Thick Wide (Windows) of Thick[W] (Macintosh)
voor zwaar papier dat breder is dan 188 mm.
Transparanten
U kunt maximaal vijf transparanten in de MP-lade plaatsen.
Bepaalde soorten transparanten moet u echter vel voor vel invoeren.
U moet alleen transparanten voor overheadprojectoren en
zelfklevende doorschijnende polyester vellen gebruiken die speciaal
zijn ontworpen voor laserprinters en gewone kopieerapparaten.
Als u op transparanten afdrukt, moet u Transparency in de
vervolgkeuzelijst Paper Type op het tabblad Basic Settings
(Windows) of in het dialoogvenster Basic Settings (Macintosh)
kiezen.
22
Papierverwerking