Opmerking:
❏ AppleTalk-zones worden weergegeven wanneer de zone is
ingesteld in het netwerk. Selecteer de zone waarmee de printer
is verbonden. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor informatie
over de zone waarmee de printer is verbonden.
❏ U kunt de printernaam wijzigen wanneer de printer
is verbonden met AppleTalk. Bevestig de printernaam
bij de netwerkbeheerder.
4. Klik op Setting .
Opmerking:
Klik op Status Sheet als u een statusvel wilt afdrukken.
5. Geef de gewenste instellingen op en klik op OK wanneer
u klaar bent. Zie "Printerinstellingen opgeven" op pagina 156
voor meer informatie.
6. Klik op Quit .
Remote Control Panel gebruiken
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
155