SERVICEJOURNAAL RIDER 11/13
Maatregel
Leverantieservice
1. Vul de accu met accuzuur en laad de accu vier uur op.
2. Monteer het stuur, de zitting en eventuele overige onderdelen.
3. Stel het maaiaggregaat af:
Stel de hefveer af (het "gewicht" van het maaielement moet
12-15 kg worden). Alleen van toepassing voor BioClip.
Stel het aggregaat zodanig af dat de achterkant ca. 2-4 mm
hoger is dan de voorkant.
Stel de maaihoogte-instelling van het aggregaat zodanig af
dat de maaihoogtebegrenzing bij de laagste maaihoogte
5 mm boven de aggregaatarm is.
4. Controleer of de juiste hoeveelheid olie in de motor zit.
5. Controleer of de juiste hoeveelheid olie in de transmissie zit.
(Niet voor Rider 11)
6. Controleer de luchtdruk van de banden (60 kPa, 0,6 bar) en stel
deze af.
7. Sluit de accu aan.
8. Vul brandstof bij en start de motor.
9. Controleer of de machine in de neutrale stand niet beweegt.
(Niet voor Rider 11)
10. Controleer:
Voorwaarts rijden.
Achterwaarts rijden.
Messen activeren.
Veiligheidsschakelaar in de zitting.
Veiligheidsschakelaar in de hefhendel.
Veiligheidsschakelaar voor hydrostaatpedalen/neutraal stand.
11. Controleer het motortoerental 2 950 tpm.
12. Informeer de klant over:
De noodzaak en de voordelen van het volgen van het
serviceschema.
Noodzaak en voordelen van het regelmatig wegbrengen
van de machine voor service.
De invloed van onderhoud op de tweedehandswaarde
van de machine.
Het toepassingsgebied van de BioClip.
13. Het invullen van het verkoopbewijs etc.
Na de eerste 5 uur
1. Ververs de motorolie.
Deze leverantieservice is
uitgevoerd.
Geen resterende opmerkingen.
Schriftelijk verklaard:
Datum, meterstand,
stempel, handtekening